delen en te delen. Wel huren we nog veel expertise in. We zouden meer samen kunnen doen, maar juist het ontbreken van tijd en net een andere timing maakt dat we inhuur vooralsnog makkelijker vinden dan samen doen.” Hinder van achterstand Er zijn nog meer uitdagingen. Een ervan is notoir, complex en duur, namelijk het wegwerken van de ‘technische schuld’, de op te ruimen legacy-systemen. “Dat je ICT moet bijwerken is een fact of life”, zegt Jonker. “Legacy betekent niets meer dan dat je het onderhoud te lang hebt laten liggen. Het aantal nodige wijzigingen stapelt zich op en de opgave om het systeem te vernieuwen wordt steeds groter. Vervanging neemt dan jaren in beslag. Met LCM (lifecycle management) kun je steeds kleine stukjes veroudering oplossen. Stel je ook dit uit, dan krijg je echt hinder van achterstand. LCM voorkomt ook niet dat je een applicatie uiteindelijk in zijn geheel moet vervangen. Hoewel we bij het Rijk laten zien dat systemen ook dertig jaar mee kunnen gaan, en we hebben nog steeds Cobol. Als het dan daadwerkelijk tijd is voor vervanging, is er wel wat nodig om daartoe over te gaan. Aan de achterkant komt een hele wereld van nieuwe databases en programmeertalen en datamigratie kijken. Nieuwe hardware werkt niet altijd met legacy-systemen, dan moet je dat weer aanpassen. In de tussentijd moet de winkel wel open blijven.” Ook financiering is een lastig punt bij het wegwerken van legacy, betoogt Maas. “Vervanging van systemen vergt stevige investeringen waar opdrachtgevers niet altijd op zitten te wachten. Ook niet op het gebruik van eigen vermogen of een werkwijze waarin je het geld voor vernieuwing langzaam opspaart. Bij uitvoeringsorganisaties met de agentschapsstatus is dit een groot vraagstuk.” Politieke wensen Een van de oorzaken voor het ontstaan van legacy is dat kabinet en Tweede Kamer perioden kennen dat ze heel veel wensen bij uitvoeringsorganisaties neerleggen. “De prioriteit komt dan te liggen bij het functioneel aanpassen van systemen. Met een beperkt aantal mensen en budget ben je dan gedwongen om het onderhoud tijdelijk uit te stellen”, legt Jonker uit. “Zo ontstaan er systemen die verouderen en krijg je daarnaast weer nieuwe systemen. Het ICT-landschap wordt langzaam groter en groter. Als CIO’s hebben we tegen de politiek gezegd, en de laatste jaren boeken we daar meer succes mee: we snappen uw wensen. Daar moeten we aan voldoen. Maar wij moeten ook de slagkracht kunnen behouden om het ICT-landschap te saneren om het gezond te houden. Anders lopen we vast.” Tot een jaar of vier geleden was hier onvoldoende aandacht voor, aldus Jonker, maar zowel in de Tweede Kamer als bij de Algemene Rekenkamer en de Auditdienst Rijk is nu veel meer bewustwording gekomen. “Sommige dienstverleners hebben 70 op tafel legt richting politiek en beleid om wetgeving minder complex te maken met de vele uitzonderingsbepalingen. “Dat verhoogt het ‘doen-vermogen’ van de organisatie. Er kunnen moverende redenen voor zijn, maar daarmee stuit je wel op de grenzen van het adaptief vermogen van je ICT-landschap. Uiteindelijk moet een nieuwe wet binnen het te ontwikkelen ICT-systeem passen. We zullen nooit ultiem nee zeggen, maar wel aangeven wanneer iets niet in de huidige systemen kan en er voor nieuwbouw veel gevraagd zal worden van investeringen en doorlooptijd. Als publieke dienstverleners hebben we de ruimte bedongen om aan het ICT-landschap te kunnen werken en vinden we meer bereidheid in de politiek om complexiteit te mitigeren. Steeds meer Kamerleden zien dat in. Dat is positief en draagt bij aan de slagkracht en daarmee aan het vertrouwen in de overheid. Ik denk ook dat we een dusdanige relatie aan het opbouwen zijn, dat we deze urgentie ook bij nieuwe politici onder de aandacht kunnen brengen. Het besef is geland dat ICT een aantal jaren de tijd gekregen om onderhoud te plegen en systemen robuust te houden, om daarna pas weer aan de slag te gaan met wetswijzigingen. Er is meer dialoog ontstaan. Ook is er in de Kamer meer ruimte gekomen voor technische briefings waarin meestal een ICT-component in de discussie wordt meegenomen.” Adaptief vermogen Ook Maas ziet dat uitvoeringsorganisaties meer gelegenheid krijgen de consequenties van wetgeving en beleid op hun ICT voor het voetlicht te brengen in de overleggen tussen Kamer, DG’s en Manifestgroep, het samenwerkingsverband van de publieke dienstverleners. Maas benadrukt de in gang gezette ontwikkeling dat de uitvoering een duidelijk verzoek Legacy betekent niets meer dan dat je het onderhoud te lang hebt laten liggen
71 Online Touch Home