n, Pieter-Jaap Aalbersberg: “Nederland loopt best voorop met cybersecurity, maar we waren ook kampioen in het verspreiden van taken en loketten.” in de open economie en just in time. Door COVID19 en de inval in Oekraïne bleek hoe kwetsbaar we zijn. Anderzijds is in Nederland veel aan elkaar geknoopt, zoals operationele technologie. We zijn een afhankelijke samenleving geworden. En online zijn de aanjagers van desinformatie bezig om onze samenleving te beïnvloeden, wat een bedreiging kan vormen voor de democratie.” Al met al genoeg argumenten om de weerbaarheid van Nederland te vergroten. Urgentie op tafel Eind juli ondervonden vakantiegangers en patiënten de afhankelijkheid van Nederland aan den lijve: één fout in een software-update van een cyberbeveiligingsbedrijf was genoeg om vliegmaatschappijen en ziekenhuizen vleugellam te maken. In september was het weer raak: een ICT-storing bij Defensie leidde in het hele land tot problemen. Aalbersberg en Somsen benadrukken dan ook dat digitale weerbaarheid, het interviewonderwerp, niet los te zien is van de andere mogelijke kwetsurgentie op tafel te krijgen. In steeds andere bewoordingen proberen we het gat tussen dreiging en weerbaarheid aan te tonen. Dat gat is te groot.” Existentiële dreiging Die urgentie wordt in de samenleving nog niet zo breed gevoeld, concludeerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) onlangs in een rapport. In tegenstelling tot Scandinavische landen en de Baltische Staten is Nederland slecht voorbereid op hybride conflictvoering. Daarbij zetten staten en groeperingen allerhande middelen in om de samenleving te ontregelen, van desinformatie tot cyberaanvallen tot fysieke schade aan vitale infrastructuur. “We hebben best veel structuren staan, maar allemaal voor een kortdurende crisis,” nuanceert Aalbersberg. “Nu komt er opeens een andere, bijna existentiële dreiging om de hoek kijken, waarop je je anders moet voorbereiden. Je praat niet over twee dagen zonder stroom, maar misschien wel zes weken.” Ga maar allemaal voor een kortdurende crisis” baarheden waarmee de NCTV zich bezighoudt. De interdepartementale organisatie heeft drie taken: het duiden van dreiging, het zorgen voor strategie en beleid en het coördineren van alle betrokken partijen. “Kenmerkend voor de NCTV is dat we bijna meer vergaderruimte hebben dan kantoren, omdat we mensen hier bij elkaar moeten kunnen zetten,” zegt Somsen. De organisatie verbindt departementen, lokale overheden, het bedrijfsleven en de wetenschap en streeft daarbij naar een concreet resultaat. Geen rapporten, maar actie. “We zitten tussen beleid en uitvoering in,” zegt Aalbersberg. “Onze taak is om de er niet van uit dat de overheid meteen voor je klaar staat in een dergelijke crisis, is de ontnuchterende boodschap. “Bij een grote crisis moet je de eerste 72 uur voor jezelf kunnen zorgen,” zegt hij. “En daarna moet je misschien wat met je buren organiseren, want de overheid is dan echt nog met andere dingen bezig.” Op dit vlak heeft Nederland iets te leren van de eerder genoemde landen. Onlangs nog had de NCTV een Zweedse directeur-generaal op bezoek, om meer te leren over de whole of society approach, waarin iedereen een steentje bijdraagt in tijden van crisis. “Als het spannend wordt, heb je de hele iBestuur 52, oktober 2024 45
46 Online Touch Home