‘Ik belde de ouders van Bart en vroeg of hij er al was. Hij was er niet. Toen ging ik mij echt zorgen maken’ ‘Ik ben opgegroeid met Bart en Michiel. Vanaf de lagereschooltijd al waren we altijd samen. Toen we jong waren bouwden we hutten, later voetbalden we met elkaar en gingen we samen op vakantie.’ Ongerust ‘Op de bewuste ochtend in 1994 werd ik nerveus wakker. Het was spekglad en ik wist dat mijn vrienden de avond ervoor naar Volendam waren gegaan. Zelf had ik mijn been gebroken en was ik niet mee. Ik belde de ouders van Bart en vroeg of hij er al was. Dat was niet het geval. Toen ging ik mij echt zorgen maken. Op straat vertelde iemand dat ze op de radio had gehoord dat er een ongeluk was gebeurd. Ik dacht: “Het zullen toch niet mijn vrienden zijn?” Mijn laatste hoop was toen nog mijn vriend Rocky, waren ze daar soms beland? Ik heb hem meteen gebeld. Hij was net zo ongerust want helaas, ze waren ook niet bij hem. Ik zei tegen Rocky: “Denk jij wat ik denk?” We dachten hetzelfde. En helaas was het waar: onze zes vrienden waren die nacht verongelukt. Onze wereld stortte in.’ Het ongeluk ‘De vrienden hadden de avond ervoor afgesproken om op eerste kerstdag te gaan stappen in Volendam. Jeroen, beroepschauffeur, zou rijden en dronk nooit als er gereden moest worden. Dat was dus vertrouwd. Heen reed hij met een paar van de mannen. Op de terugweg reden Corine en Sharon mee, omdat de taxi’s en bussen vanwege de gladheid niet meer reden. Bij Monnickendam draaiden ze de Kloosterdijk op. Die weg was eerder die avond wel gestrooid. Hierna moesten ze echter linksaf het spekgladde Oudelandsdijkje op. De auto reed nog niet eens vijftig, maar raakte door de gladheid toch in de slip en zo kwam het dat ze de Purmerringvaart inreden.’ Plannen ‘Na deze week kwam pas echt het besef: ik zou nooit meer samen met deze vrienden zijn. We hadden grootse plannen, zoals je die hebt als je jong bent. Die zomer zouden we met z’n allen naar Griekenland gaan. Daar keken we echt naar uit, want de laatste vakantie in Benidorm was ook een groot succes. Verder waren we, op Appie na want die was ouder, allemaal in de fase dat je gaat nadenken over wat je wilt: Ga ik nog leren of werken? Ga ik uit huis of blijf ik nog even bij mijn ouders wonen? Alles moest nog vormgegeven worden. Het was zo ontzettend hard dat die plannen slechts bij plannen bleven. Nog steeds denk ik er wel eens aan wat er van de jongens en meiden geworden zou zijn als ze nog wel geleefd hadden. Zouden ze nog in (de omgeving van) Ilpendam wonen? Wat zouden ze voor werk doen? Zouden ze, net als ik inmiddels, ook kinderen hebben?’ 42 | ILPENDAM Bizarre week ‘Vanaf het moment dat we het hoorden leek het wel alsof we in een slechte film zaten. Dezelfde dag nog verzamelden alle vrienden zich bij het Wapen van Ilpendam, om met elkaar te praten en troost te vinden. Ik ging bij de ouders langs, maakte midden in de nacht stukjes voor de uitvaartdiensten, en liep de ene na de andere uitvaart af. Bizar. Op een gegeven moment moesten we kiezen: gaan we naar de dienst van de één, naar de condoleance van de ander of naar de uitvaart van weer een ander? Omdat het om zóveel personen tegelijk ging, was onderlinge afstemming simpelweg niet meer mogelijk.’
43 Online Touch Home