2

interview niets is eigenlijk ooit bert uffen in gesprek over het digitaal stelsel omgevingswet Tekst: Jan Fraanje, redacteur van inGovernment Op 1 januari 2020 gaat het programma Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) van ontwikkeling naar beheer. Dan draagt programmadirecteur Bert Uffen delen van zijn taak over aan het Kadaster, die als Tactische Beheerorganisatie (TBO) de regie zal voeren over beheer, doorontwikkeling en de uitbouw van DSO. We hebben eerder al stilgestaan bij de ontwikkeling van het DSO en de vraag is dus: Hoe is het gelopen? Zijn de doelstellingen behaald? Hoe gaat het verder? Wat kunnen we leren van de nieuwe manier van innoveren en ontwikkelen? En zou deze aanpak ‘de angst uit de Haagse torens kunnen jagen’, zoals Paul ’t Hart onlangs in de Volkskrant liet optekenen? We praten bij met Bert Uffen, directeur programma Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hoe ben je indertijd gestart met het DSO? ‘Op 1 januari 2017 ben ik gestart als programmadirecteur. Dat was ook de dag waarop we met een nieuwe aanpak begonnen. We zijn van waterval-methodiek overgestapt naar een agile aanpak. Elk kwartaal ontwikkelen en demonstreren, nieuwe plannen maken, en weer ontwikkelen en demonstreren. Ontwikkelen gaat in de vorm van sprints en scrum – kortcyclisch. Als het past wordt het ingepast, als het nog niet past wordt het verder doorontwikkeld en als het helemaal niet past, wordt het afgevoerd. Zo hebben we het Digitaal Stelsel Omgevingswet ontwikkeld. Het wordt voorlopig eind 2019 opgeleverd, en natuurlijk is het dan nog niet helemaal af. Maar samen met mijn opdrachtgevers en de vertegenwoordigers van de diverse koepels hebben we geconstateerd dat wat we eind 2019 opleveren, af genoeg is om van 2020 een serieus oefenjaar te maken, zodat iedereen zich goed kan voorbereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2021. Niets is eigenlijk ooit echt af; vrijwel alle moderne ICT-ontwikkelingen verkeren in een permanente staat van bèta. Dus ook het DSO ontwikkelen we gewoon door.’ Wat heb je geleerd van de aanpak? ‘Als je begint met agile werken moet je in het ritme komen. Op dat moment werkten we ook nog met de oude verantwoordingsmethodiek, en dat schuurde. In de loop van het jaar kwam het BIT-rapport uit, waarin aangegeven werd dat het DSO te groot, te ingewikkeld en te riskant was. Omdat we het inmiddels kleiner hadden gemaakt en in componenten georganiseerd, was het al minder ingewikkeld geworden en minder riskant. We hebben het programma vervolgens nog verder vereenvoudigd. Het basisniveau werd gedefinieerd, dat gaf de nodige duidelijkheid, maar daardoor verloor het wel wat aan functionaliteit.’ 2 Krijgen we dan nu wel een DSO waar we iets mee kunnen? ‘Er ligt in elk geval een goede basis. Er zijn standaarden ontwikkeld voor plannen, regels, aanvragen en melden. Op basis daarvan kunnen leveranciers en gemeenten aan de slag. Maar we zijn natuurlijk nog niet klaar. Vandaar dat het jaar 2020 wordt gebruikt voor de afbouw van het basisniveau, waarvoor ik vooralsnog zelf verantwoordelijk zal blijven. Tegelijkertijd kunnen gemeenten en ander bevoegd gezag aansluiten en het stelsel vullen met wet- en regelgeving. In de periode vanaf 2020 kunnen nieuwe functies toegevoegd worden, die zijn opgenomen in het zogenaamde uitbouwtraject van DSO. Hierin zitten zaken als meer informatieproducten, meer tijdreisfuncties, maar ook een onderwerp als 3D. En voor de verdere toekomst kan ik me ook meer geavanceerde dingen zoals augmented reality voorstellen, maar dan moeten de gebruikers dat natuurlijk wel een goed idee vinden, anders bouwen we dat niet.’ ‘een omgeving die zich rap ontwikkelt, vraagt om wendbaarheid, snelheid en flexibiliteit’ Jij bent eerder actief geweest als directeur van het Bureau Ketenregistratie Werk en Inkomen (BKWI). Lijkt het sociaal domein op het ruimtelijk domein? ‘Spontaan zou ik zeggen van niet, het zijn twee aparte werelden. Daarom was het voor mij verrassend dat me gevraagd werd om het DSO-programma te leiden. Maar ik was toen wel toe aan een nieuwe uitdaging en net als Pippi Langkous dacht ik toen: “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”.

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication