jan fraanje angst om te falen ... ‘De angst moet uit de Haagse torens’, zo kopte de Volkskrant op 2 november 2019. Volgens de Leidse bestuurskundige Paul ’t Hart regeert de angst, is men bang voor de buitenwereld en besteedt de ambtenarij een groot deel van haar energie en creativiteit aan het organiseren van de verdediging, en dus niet aan plannen om het land beter te maken. Het beeld dat Paul ’t Hart schetst is herkenbaar. Zeker voor het Rijk, maar in mindere mate ook voor gemeenten. In een tijd van grote veranderingen en flinke dynamiek is de noodzaak om snel te ontwikkelen en te innoveren cruciaal. ‘Fouten maken mag’ en ‘van fouten maken kun je leren’ is dan het devies. Maar hoe moet dat in een wereld die door angst geregeerd wordt? Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. Innovatie brengt een heel nieuwe manier van ontwikkelen mee. Niet langer grote systemen. Niet langer een aanbestedingsprocedure met een partij die vervolgens vijf jaar het hok in duikt om het systeem te ontwerpen en te implementeren. Dat moet in een digitaliserende wereld anders. Door modulaire opbouw van systemen en een agile aanpak worden de stappen overzichtelijker en de risico’s minder. Daarnaast is de groeiende interbestuurlijke samenwerking een belangrijk lichtpunt. De gezamenlijke realisering van de agenda Digitale Overheid is daarvan een voorbeeld. Het is vaak eenvoudiger om op lokaal niveau nieuwe systemen uit te testen. En daarbinnen is het vaak makkelijker om, bij het introduceren van een nieuw systeem of een nieuwe aanpak, gebruik te maken van de ontwikkelkracht van de grote gemeente, en van de overzichtelijkheid en snelheid van de kleinere. Zowel interbestuurlijke als slimme samenwerking tussen grote en kleinere gemeenten kan de risico’s beperken en angst verminderen. Natuurlijk zijn er daarnaast nog tal van verbeteringen denkbaar. Minder gedetailleerde regelgeving. Tijdige invoering van wet- en regelgeving. En als er een keer iets minder goed gaat dan men dacht, haal dan niet gelijk de hele zaak overhoop, maar analyseer goed en stuur vervolgens slim. Beter laten zien waarom het gaat zoals het gaat. En natuurlijk in beeld brengen hoe de overheid wordt gewaardeerd. Want volgens de Nationale Ombudsman komt de overheid bij de burger nu niet verder dan een mager zesje. De overheid wordt op allerlei fronten kritisch gevolgd: door politiek, media en burgers. En dat terwijl ons landje in de internationale context toch best aardig scoort. Ondanks het feit dat de angst regeert komt er veel moois tot stand. En dat is dan ook de remedie waar Paul ’t Hart op uitkomt: positive thinking. Er gaat soms iets mis, maar vaak gaat het ook goed. Laten we de lichtpuntjes verder ontwikkelen. Laten we, in het belang van de burger, elkaar wat ruimte geven en samenwerken aan vermindering van de complexiteit. Laten we minder tijd besteden aan het versterken van de verdedigingslinies en alle energie richten op het verbeteren van onze diensten om de maatschappelijke opgaven te realiseren. Hoe we dat doen? Enthousiast, creatief, betrokken – en zonder angst natuurlijk. Jan Fraanje is directeur van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten 5 © carine hekker
6 Online Touch Home