2

interview gezamenlijke gemeentelijke uitvoering ‘ laat vooral zien dat het werkt’ Tekst: Quita Hendrison, redacteur bij VNG Realisatie Beeld: Henri Kaper, communicatie medewerker bij VNG Realisatie Nergens zijn er zo veel gemeentesecretarissen bij elkaar als tijdens de gecombineerde VNG Bestuurdersdag en de Buitengewone ALV. Op 29 november schoof hoofdredacteur Otto Thors aan tafel bij Martiene Branderhorst (Gouda), Arne van Hout (Nijmegen) en Peter Teesink (Amsterdam). De gespreksonderwerpen: samen organiseren en de opbrengsten van de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU). D e uitdaging van samen organiseren door gemeenten is onlosmakelijk verbonden met de informatietechnologie. Met thema’s die tien jaar geleden nog amper op de kaart stonden. Peter: ‘Ik begon mijn loopbaan nog in het internetloze tijdperk!’ Maar inmiddels hebben we ervaren hoezeer de digitale ontwikkelingen in een stroomversnelling zijn geraakt.’ Martiene: ‘De grote kansen liggen in het samen organiseren van de informatieveiligheid en het ontwikkelen van een digitale veranderstrategie. Hoe zorg je dat je je organisatie daarop voorbereid hebt en houdt? Heb je een routekaart? Dat is voor elke gemeentesecretaris de vraag.’ De drie treden vaker op de voorgrond, ook al vanwege hun nevenfuncties in de Taskforce Samen Organiseren en het College van Dienstverleningszaken. Maar ze benadrukken eendrachtig dat het ze niet gaat om een prominente plek op het podium van ‘beste gemeenten’. Arne: ‘We zijn niet bezig met een voorbeeldgemeente te zijn, maar met hoe te zorgen dat er meer gezamenlijk wordt gedaan.’ ‘En met de wisselwerking opzoeken’, vult Peter aan. ‘Natuurlijk hebben we in Amsterdam veel ontwikkelruimte, maar je kunt ook gemakkelijk bevangen raken door de complexiteit van zo’n grote organisatie. En niet meer weten wat “nice to have” en “need to have” is. Dan is het wel fijn om met middelgrote en kleinere gemeenten te praten over hoe zij de zaken oppakken.’ Bijvoorbeeld in een gemeente ‘tussen servet en tafellaken’, zoals Martiene Gouda omschrijft. ‘Wij zijn als middelgrote gemeente vaak slagvaardiger, kunnen zaken sneller testen en toepassen. Als je minder capaciteit hebt, word je creatief en moet je scherpe keuzes maken. Waar het vooral om gaat is dat je het helder hebt waar jij goed in bent – soms ben je een slimme volger, soms een koploper. We moeten in onze gezamenlijke aanpak de balans vinden tussen denken en doen, zodat we optimaal gebruikmaken van elkaars inzichten en toepassingen.’ 2 gezamenlijke verhaallijn Standaarden ontwikkelen voor informatiebeleid, informatietechnologie en dienstverlening en invulling geven aan de GGU – elke gemeente, en dus elke inwoner, betaalt daarvoor. Hoe bepaal je of het voldoende oplevert? Wat Peter betreft niet door er een rapportcijfer aan te hangen. ‘Maar wel door met de goede dingen bezig te zijn. Het is toch moeilijk uit te leggen waarom de kwaliteit en de registratie van persoonsgegevens per gemeente verschilt. Of waarom we steeds opnieuw moeten vaststellen of iemand is wie hij is. Mensen de hulp bieden die ze van ons komen vragen – daar zijn we voor als gemeenten, en niet om te registreren.’ ‘soms ben je een slimme volger, soms een koploper’ En hoe laten we zien of de stappen die we zetten de juiste zijn? Arne: ‘Er zijn al werkende elementen, vaak door koplopers ontwikkeld, en die moeten we voor het grote peloton “openklappen”. In drie soorten: een concreet product zoals de Verkiezings­app, een proces met ketenpartners waarin het echt om samen organiseren gaat, en iets met veel impact – bijvoorbeeld een groot project rond de Omgevingswet.’ Martiene: ‘Als je dat constant doet en vertelt waarom we dat doen, creëren en versterken we de gezamenlijke verhaallijn. Waarbij samen ook betekent dat we de expertise van de koepels en vakverenigingen meenemen.’ keuzes Minder dan vijf procent van de gemiddelde ICT­uitgaven per inwoner gaat naar het samen organiseren. Geeft dat niet aan

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication