35

AR J AN E L FA SSE D WEET WAT JE HEBT Voor elke publieke dienst waar een burger gebruik van maakt, verzamelt de overheid informatie. Er bestaat inmiddels een verzameling van duizenden databases. Terwijl overheden veel weten over burgers, krijgen we van dezelfde overheid maar weinig informatie terug. Onlangs publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken een eerste data-inventarisatie van de rijksoverheid. Zo weten departementen niet alleen welke data ze zelf verzamelen en beheren, maar kunnen ook andere onderdelen van de rijksoverheid daarvan profi teren, net als burgers, journalisten, bedrijven en app-ontwikkelaars. De vraag naar overheidsinformatie helpt overheden prioriteiten te stellen bij welke datasets als eerste open zouden moeten. Wanneer die gegevens beschikbaar en toegankelijk worden als open data, kan dat de samenleving een enorm maatschappelijk en economisch rendement opleveren. Een volgende stap is dat overheden schema’s opstellen voor het ontsluiten van die data. Door tijdig kenbaar te maken welke datasets beschikbaar komen, kunnen gebruikers, programmeurs en bedrijven zich voorbereiden en toepassingen creëren, zodat waarde kan ontstaan. Ook helpt dit, door feedback, bij het verbeteren van de kwaliteit van overheidsinformatie. In de VS en het Verenigd Koninkrijk is dit een beproefde manier waardoor het hergebruik van open data een vlucht heeft genomen. Het publiceren van de eerste rijksbrede data-inventarisatie is een belangrijke mijlpaal. Nederland is hiermee het derde land dat een dergelijke exercitie heeft gedaan. Als je echter beter gaat kijken naar de uitkomst van de inventarisatie valt een aantal dingen op. Er ontbreken drie ministeries. Er zijn slechts 944 datasets gevonden, waarvan de helft beschikbaar zijn. Zo’n 200 datasets zijn nog in onderzoek en 84 datasets staan in de planning om open te gaan. Het is echter onduidelijk aan de hand van welke criteria de datasets zijn geselecteerd. Zo ontbreekt bijvoorbeeld het handelsregister. Ook datasets waarvan wordt gezegd dat ze open zijn, zijn slechts deels beschikbaar. Van bijvoorbeeld aanbestedingen zijn slechts de meest recente 25 aanbestedingen beschikbaar. Niets over gegunde opdrachten, laat staan over historische gegevens. Ook het deels beschikbaar stellen van een dataset wekt de indruk van transparantie, maar helderheid is nodig waarom slechts een deel en niet de gehele dataset open kan. Van de 84 datasets die gepland staan om open te gaan, worden er volgens de planning 72 dit jaar opengemaakt. De rest in de komende jaren. Volgens de inventarisatie zullen 112 datasets blijvend gesloten blijven, maar er wordt niet uitgelegd waarom. Opvallend vaak wordt ‘privacy’ als argument gebruikt om datasets niet te openen. Van een deel kan de data gewoon geanonimiseerd ontsloten worden. Tenslotte valt op dat veel datasets waarvan wordt gezegd dat ze herbruikbaar zijn als open data bestaan uit zoekmachines, pdf-bestanden en logs op kaarten. De data is niet in een open, machine-leesbaar formaat beschikbaar, waardoor programmeurs er weinig mee kunnen doen. Desondanks is het een goed begin. Openheid is van belang over wat een overheid verzamelt en beheert; over welke data open kunnen en welke niet. Het is een doorlopend proces. Inmiddels heeft ook de gemeente Utrecht een data-inventarisatie uitgevoerd. Andere gemeenten en provincies zullen dit voorbeeld gaan volgen. Dat kun je alleen maar aanmoedigen. Arjan El Fassed is directeur van Open State Foundation

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication