9

jan fraanje corona vraagt om een nieuwe lente Ongekend. Ontwrichtend. De coronacrisis grijpt nu al diep in op economie, maatschappij en menselijke relaties. We worden met z’n allen teruggeworpen op elkaar. Maatschappij en economie vertragen en dreigen stil te vallen. We zijn kwetsbaar, veel kwetsbaarder dan we eigenlijk dachten. Kunnen we al over de crisis heen kijken? Of worden we in beslag genomen door de incidenten die we iedere dag weer moeten tackelen? Kan de coronacrisis ook nog iets positiefs teweegbrengen? In vroegere tijden benutte je dit soort momenten altijd om de kast eens even op te ruimen, achterstanden weg werken, papieren op orde. Het kaf van het koren scheiden. Kortom, op zo’n moment maakte je van de nood een deugd. Met het opruimen van je spullen ontstond ook mentaal nieuwe ruimte. Dat kon toen, maar dat kan nu natuurlijk ook, al is het dan digitaal. Leeg die mailbox, orden je digitale archief, gooi weg wat je niet meer nodig hebt. Want laten we wel zijn: wat we tot tien jaar terug nog voor onmogelijk achtten, is nu op veel plekken werkelijkheid: het papierloze kantoor. Het is eigenlijk best snel gegaan. En we hebben er nu natuurlijk wel gemak van. Heel veel gaat digitaal, dus thuiswerken is voor velen geen probleem. Het werk kan gewoon doorgaan en achterstanden kunnen nu eindelijk worden weggewerkt. En verder kunnen we digitaal vergaderen. Als de coronacrisis ertoe kan bijdragen dat digitaal vergaderen nu eindelijk doorbreekt, is ze toch nog ergens goed voor geweest. Als de crisis voorbij is, zetten we die praktijk voort en zijn we van de files af. Als dat digitale stelsel van levensbelang is, moeten we er alles aan doen om het in de lucht te houden. Maar ook daar zijn we behoorlijk kwetsbaar, zo lezen we in het boek Het is oorlog, maar niemand die het ziet van Huib Modderkolk. De schrijver doet onthullingen over de crises van gisteren. De DigiNotar-affaire was nog maar het begin, maar inmiddels leven we in de wereld van fake news, alternative facts en een permanente cyber-war op het allerhoogste niveau. Als het digitale stelsel steeds belangrijker wordt, moeten we misschien toch eens nadenken over de wijze waarop we een en ander organiseren. Kan het werken en denken in componenten ook leiden tot vermindering van de kwetsbaarheid van het geheel? Een solide netwerk, bestaande uit decentrale componenten die ook zonder koppeling aan het netwerk zelfstandig zouden kunnen functioneren: is dat beter dan dat we het simpelweg wegzetten ‘in de cloud’? Ten slotte kan de coronacrisis ook op het allerdiepste niveau tot bezinning leiden. Je wordt teruggeworpen op jezelf en op het gezin. Hoe is dat eigenlijk? Heb je de goede koers te pakken? En waar ben je mee bezig – of op een hoger niveau: waar zijn we als maatschappij mee bezig? Kan het zo doorgaan of naderen we op onze overvolle planneet daadwerkelijk de grenzen van de groei? En wat dan? Zelfs als de lente een einde maakt aan de acute dreiging, zullen we over dat soort vragen moeten nadenken. Wat maakt een mens gelukkig? Wat maakt een maatschappij gelukkig? Als de coronacrisis niet alleen leidt tot een aantal broodnodige, praktische verbeteringen, maar ook tot een nieuwe lente in ons denken, brengt ze ondanks alle ellende toch nog iets positiefs teweeg. Jan Fraanje is directeur van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten 9 © carine hekker

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication