2

interview marleen stikker over het nieuwe normaal ‘ laten we onze maats intelligentie aanspr Tekst: Otto Thors, hoofdredacteur inGovernment Marleen Stikker stond in 1993 stond aan de wieg van het internet. Als bedenker van De Digitale Stad ontwikkelde ze de eerste gratis toegangspoort tot een virtuele internetgemeenschap. Ze is medeoprichter van onderzoeksinstituut Waag en pleit voor actief burgerschap door open, eerlijke en inclusieve technologie te ontwikkelen. Hoe kijkt zij aan tegen de digitale overheid tijdens en ook na de coronacrisis? Welke positie heeft de overheid in een digitale samenleving? ‘Het lijkt er soms op dat de overheid op de samenleving neerkijkt, alsof men van bovenin de piramide het bordspel bepaalt. Men heeft die positie echter alleen maar omdat de samenleving haar soevereiniteit deels overdraagt om bepaalde collectieve zaken te regelen. We moeten anders leren kijken naar de overheidspositie. Onze representatieve democratie stoelt op een maatschappelijke democratie waarin we samenleven. Het is niet zo dat de overheid moet leiden en dat de samenleving moet volgen, maar juist andersom. Daar ging het bij de digitalisering ook al mis. ‘ we spreken over het digitaliseren van de overheid, in plaats van digitalisering van de samenleving’ We spreken over het digitaliseren van de overheid, in plaats van digitalisering van de samenleving. Er is een enorm gat geslagen tussen de digitale samenleving en de overheid die zichzelf digitaliseert, en die publieke middelen besteedt aan haar eigen processen en loketten. Maar al het andere digitale – elk apparaat, elke dienst – is eigendom van private marktpartijen die onbelemmerd winst maken, dus waar de overheid geen enkele zeggenschap over heeft. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) biedt weliswaar een zwaarbevochten juridisch kader, maar de capaciteit om overtreders te vervolgen ontbreekt, getuige de tsunami aan rechtszaken die in Ierland niet worden opgepakt tegen bedrijven zoals Google. Het probleem is dat de samenleving de overheid wel het vertrouwen geeft, maar dat die overheid de markt onvoldoende reguleert, met als gevolg dat markt2 partijen de wetten overtreden die onze vrijheid zouden moeten beschermen. Ik zie dat als de verwaarlozing van het publieke domein. De maatschappij kan heel veel zelf, maar toch stelt de overheid nauwelijks middelen beschikbaar voor maatschappelijk initiatief in het digitale domein. Ik wil dat we dit maatschappelijk kapitaal beter gaan benutten.’ Met welk doel zou de overheid moeten innoveren? ‘De output-indicatoren die we momenteel voor innovatie gebruiken, zijn achterhaald en in de toekomst onbruikbaar. Ik maak me grote zorgen over de miljarden in het fonds dat minister Hoekstra nu beschikbaar stelt, om de economische crisis vanwege de coronapandemie tegen te gaan. Kern van dat fonds is het verdienvermogen van Nederland. Maar wat is verdienvermogen? In de definitie van de minister is dat enkel gericht op bedrijven, patenten en intellectueel eigendom. Dat is een hele klassieke denkwijze over wat goed is voor een land, en alleen gericht op onze concurrentiepositie tegenover China en Silicon Valley. Een miljardenfonds, gericht op het behoud van banen om het bruto nationaal product (bnp) te optimaliseren, is ontzettend kortzichtig. Kijk bijvoorbeeld naar de gezondheidszorg, waar een enorme hoeveelheid patenten de innovatie verhinderen. Moet innovatie altijd tot welvaart leiden? Of is het denkbaar dat we door innovatie bepaalde kosten niet meer hoeven te maken? Dat iets wat nu veel geld kost, door slim te investeren in innovatie, straks geen geld meer kost. De investeringen die we nu doen voor onze toekomst, moeten navolgende generaties inlossen. Ik zou willen dat we als land inzetten op transformatieve innovatie, met heldere doelen zoals de sustainable development goals van de Verenigde Naties. Voer het gesprek over de doelen die je wilt bereiken, in plaats van over de sectoren die je wilt versterken. Als je publieke middelen in bedrijfstaktransformatie investeert, moeten de

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication