DIGITALE I N FR A STRUC T UU R
REGIE OP DE DIGITALE
INFRASTRUCTUUR
BALANS VAN TWEE JAAR DIGICOMMISSARIS
Tweeënhalf jaar geleden besloot het kabinet tot instelling van een Nationaal
Commissaris Digitale Overheid. Daarmee volgde het één van de belangrij kste
aanbevelingen op van het adviesrapport ‘Geen goede overheidsdienstverlening
zonder een uitstekende Generieke Digitale Infrastructuur’. Volgens dit
rapport was het ‘twee voor twaalf’. De GDI ontbeerde een samenhangende,
meerjarige aanpak, heldere governance en duurzame fi nancieringsafspraken
om de publieke dienstverlening in stand te houden en op peil te brengen. Voor
nu en in de toekomst. Waar staan we nu? In dit artikel maken we tussentij ds
de balans op.
Tekst: Hans van der Stelt, directeur Bureau Digicommissaris
D
e GDI werd gedefi nieerd als
‘de bestaande en in ontwikkeling
zijnde voorzieningen,
standaarden, gegevens en
producten die essentieel zijn voor zowel
het functioneren van de overheid als voor
haar dienstverlening aan burgers, bedrijven
en instellingen’. Reden te meer, zo
was ook de conclusie van het kabinet, dat
de GDI een centrale, onafhankelijke en
stevige regie behoeft, met een bijbehorende
governancestructuur en een fi nancieringsarrangement
tussen medeoverheden,
zelfstandige bestuursorganen en het
Rijk. De Digicommissaris kreeg de
opdracht de interbestuurlijke besluitvorming
te organiseren, regisseren en de
ambities en acties van de overheid -
inclusief de fi nanciële doorvertaling -
samen te brengen in een meerjarig nationaal
‘Digiprogramma’.
BASIS OP ORDE
Afgelopen twee jaar stonden in het teken
van ‘de basis op orde’ brengen. Parallel
aan het opzetten van de interbestuurlijke
besturingsstructuur voor de GDI, met
daarin de Ministeriële Commissie Digi16
Loopt
de fi nanciële sturing in de pas met
de begrotingscyclus? Is er structureel
geld beschikbaar en sluit dit aan bij de
beleidsdoelstellingen, meerjarige kosten
van beheer en exploitatie, noodzakelijke
gebrekkige (fi nanciële) sturing en discipline
om fi nanciële spelregels consequent
te hanteren. Het kabinet besloot in maart
2015, op voorspraak van de Digicommissaris,
de op dat moment bekende structutale
Overheid voor de politieke sturing
op de GDI als geheel, het Nationaal
Beraad voor de top-ambtelijke sturing en
de Regieraden voor de tactische sturing
op clusters van de GDI, zijn de GDIvoorzieningen
nauwgezet in kaart
gebracht. We gingen te werk volgens het
‘credo’ dat inhoud, governance en fi nanciën
onlosmakelijk met elkaar verbonden
dienen te zijn. Stuk voor stuk kwamen de
GDI-voorzieningen aan bod. Waartoe
dient de voorziening? Hoe zit de besturingsstructuur
in elkaar: wie is politiek
verantwoordelijk, wie is beleidsverantwoordelijk,
opdrachtgever, beheerder?
DE
DIGIT
aanpassingen, et cetera? Een behoorlijk
monnikenwerk, zowel voor Bureau Digicommissaris
als voor alle overige direct
betrokkenen. Maar uiteindelijk een
vruchtbaar karwei: het geheel van GDIvoorzieningen,
de besturing daarvan en
de fi nanciële uitdagingen (we stuitten op
een fors structureel tekort bij een aantal
bestaande voorzieningen) kwamen
steeds scherper voor het voetlicht.
FINANCIERINGSAFSPRAKEN
De discussies over fi nanciële dekking
waren welhaast altijd incidentgedreven
en kwamen niet zelden voort uit een
hand gelegd. Was het eerste programma
gericht op het bijeenbrengen van het aanbod
aan GDI-voorzieningen, de opzet
van de interbestuurlijke governance en
het verkrijgen van overzicht van en een
diepgaand inzicht in de fi nanciële beeld,
zo stond het tweede Digiprogramma al
veel meer in het teken van de digitale
samenleving en wat dit betekent voor de
ontwikkeling van GDI. Het derde Digiprogramma
bouwt hier op voort, agendeert
nadrukkelijk de verbinding en
interactie met de verschillende sectoren
en maakt een begin met het toepassen
van de duurzame fi nancieringsafspraken.
GDI VAN DE TOEKOMST
rele tekorten op de bekostiging van een
aantal bestaande voorzieningen op te lossen.
Dat leidde tot een meer kritische
betrokkenheid bij de GDI. Immers, de bij
alle partijen opgehaalde middelen werden
geboekt op de zogenaamde Aanvullende
Post bij het ministerie van Financiën.
Onttrekkingen aan deze post voor
de bekostiging van de GDI komen, onder
regie van de Digicommissaris, tot stand
via een interbestuurlijke afweging van
nut en noodzaak, in de regieraden en in
het Nationaal Beraad. Duurzame fi nancieringsafspraken
voor de GDI als geheel
bleven echter onontbeerlijk en het kabinet
vroeg de Digicommissaris daar voorstellen
voor uit te werken. Dit gebeurde afgelopen
zomer met de ‘Uitgangspunten
Duurzame Financieringsafspraken GDI’.
Hiermee is een belangrijke stap gezet om
daadwerkelijk tot structurele fi nanciering
van de GDI te komen. Geen ‘one size fi t
all’, maar uitgangspunten die rekening
houden met de aard van de voorzieningen
en de fase van de levencyclus waarin
zij zich bevinden. De Ministerraad stelde
de uitgangspunten op 8 juli jongstleden
vast.
STUREN OP VERBINDING
De GDI werd (en voor sommige partijen
ook nu nog) vooral gezien als een verzameling
losstaande, aanbod gerichte voorzieningen,
onvoldoende aansluitend op
de vraag vanuit sectoren, uitvoeringsorganisaties
en behoeften die burgers,
bedrijven en instellingen hebben ten aanzien
van de publieke dienstverlening.
Historisch verklaarbaar, maar ‘anno nu’
niet langer houdbaar.
Inhoud en reikwijdte van de GDI zijn
natuurlijk verre van statisch. Vanwege de
informatie- en technologiegedreven ontwikkeling
van de samenleving in het
algemeen en die van maatschappelijke
sectoren in het bijzonder, verlangt de GDI
periodiek onderhoud, doorontwikkeling,
vernieuwing en ook herbezinning van -
bijvoorbeeld - dienstverleningsconcepten
en beleidsuitgangspunten. Is de GDI van
nu ook de GDI van morgen, en welke
opties voor een effectiever, eenduidiger
politieke sturing van de GDI zouden bij
de vorming van een nieuw kabinet in
ogenschouw genomen kunnen worden?
Aan het derde Digiprogramma
(2017/2018) wordt momenteel de laatste
Het gesprek in de Regieraden en het
Nationaal Beraad wordt niet langer uitsluitend
gedomineerd door fi nanciële
problemen van individuele voorzieningen
en er ontstaat steeds meer ruimte
voor gesprek over de inhoud, de ambitie
voor de toekomst. De toekomst van de
GDI, als basis voor de publieke dienstverlening,
is door de ontwikkeling van
de informatiesamenleving bepaald geen
business as usual. De informatiesamenleving,
waar we middenin zitten, vraagt
om een heroriëntatie op de rol en werkwijze
van het openbaar bestuur en daarmee
ook op GDI. Mensen, bedrijven stellen
andere eisen aan de publieke dienstverlening,
zoals zij dat ook doen als
klanten van private ondernemingen. Zij
verwachten ‘centraal’ te worden gesteld,
bediend op een veilige, effi ciënte en
gebruiksvriendelijke manier, als het even
kan 24/7. En ook om in staat te worden
gesteld om zichzelf te bedienen, regie te
voeren over hun eigen gegevens of maximaal
gebruik te kunnen maken van open
data die met publiek geld worden gegenereerd.
De GDI is meer dan ‘effi ciënte
digitale overheidsdienstverlening’. Zij
gaat ook over defi niëren en borgen van
‘nieuwe’ publieke belangen, zoals informatieveiligheid
en privacy. De GDI van
de toekomst is vooral een nationale digitale
infrastructuur waar overheden, burgers,
bedrijven, instellingen met vertrouwen
gebruik van kunnen maken.
Meer weten?
www.digicommissaris.nl