19

Het centrum van die nieuwe stad moet precies midden tussen Jutphaas en Vreeswijk komen te liggen, zodat noch de Vreeswijkers, noch de inwoners van Jutphaas zich achtergesteld zullen voelen. De weilanden en rietlanden tussen de dorpen zullen worden volgebouwd met betaalbare eengezinswoningen om de sterk groeiende bevolking van Utrecht te huisvesten. In 1971 wonen er in Nieuwegein 13.000 mensen. Een halve eeuw later zullen dat er bijna 64.000 zijn. GROEIKERNEN Het ‘verplaatsen’ van de stadsbevolking naar nieuw te bouwen ‘groeikernen’ op enige afstand van de stad (in vaktermen: gebundelde deconcentratie) is een uitvloeisel van de tweede nota ruimtelijke ordening uit 1966. Behalve voor Nieuwegein worden zo ook plannen gemaakt voor andere satellietsteden in de buurt van grote steden. Zoals Almere voor Amsterdam en Zoetermeer voor Den Haag. Het is overigens, vertelt Fukken, aanvankelijk helemaal niet de bedoeling om een nieuwe stad te bouwen op de plaats waar later Nieuwegein zal verrijzen. “Houten kreeg de rol van groeikern toebedeeld. Maar de eigenaar van landgoed Oudegein, jonkheer De Geer, wilde graag een groot deel van zijn landerijen verkopen voor woningbouw. Dat was voor de plannenmakers aantrekkelijk, omdat ze dan niet met afzonderlijke grondeigenaren hoefden te onderhandelen.” Volgens Fukken (“Ik kan het niet bewijzen, maar zo is het wel gegaan”) kan de jonkheer zijn ‘lucratieve deal’ - waaraan hij naar verluidt 7 miljoen gulden (3,3 miljoen euro) verdient – erdoor drukken, omdat hij als lid van gedeputeerde staten van Utrecht invloed kan uitoefenen op de besluitvorming. TANKGRACHT “De Geer kreeg ook gedaan dat hij op een deel van het landgoed, omgeven door wat wij later ‘een tankgracht’ noemden, woningen mocht neerzetten voor zijn kinderen. Daarbuiten was een stadspark gepland. Het was niet geheel volgens de regels, maar er kraaide geen haan naar.” En zo gebeuren in de beginjaren van Nieuwegein vaker dingen die, achteraf bezien, misschien niet helemaal pluis zijn, zegt Fukken. “De eerste burgemeester van Nieuwegein bijvoorbeeld, Frans Hermsen, kocht voor een koopje de burgemeesterswoning. Een paar jaar later verkocht hij het huis met dikke winst. Ach, zo ging dat soms in die tijd.” Vanaf 1971 lanceert op het gemeentehuis een enthousiaste ploeg jonge planologen, stedenbouwkundigen en architecten koortsachtig het ene na het andere bouwplan voor de nieuwe stad. Fukken: “Er moest gebouwd worden en snel ook, omdat de behoefte aan woningen zo groot was. Daarom lag de nadruk in Nieuwegein jarenlang op woningbouw en bleven voorzieningen, zoals winkelcentra, aanvankelijk wat achter. Die zijn er later natuurlijk alsnog gekomen, want Nieuwegein moest een complete stad worden met alles erop en eraan en zeker geen slaapstad.” VISIE Het devies is ‘niet mauwen maar bouwen’. Maar wel met beleid, op basis van een visie. “Wij waren een nieuwe generatie stedenbouwkundigen die wilde afrekenen met de architectuur van de naoorlogse 19 2019

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication