het team van de provincie Noord-Brabant dat boeren helpt bij het ontwikkelen van nieuw verdienvermogen. En dat doen wij onder andere door het bedenken van nieuwe marktconcepten.’’ Een boer die in eindproducten denkt en een provincie die zich opstelt als conceptontwikkelaar, nou niet bepaald rollen die je als eerste van beide verwacht. Coenraadts: ‘’Je raakt hier de crux van de landbouw- en voedseltransitie. Als wij allemaal hetzelfde blijven doen, zal er in essentie niets veranderen. Dat geldt niet alleen voor boer en overheid, maar ook voor verwerkers, distributeurs en supermarkten. Echte verduurzaming in de keten, eentje die van grond tot mond uitvoerbaar en betaalbaar is, vraagt van eenieder een andere manier van werken. En daar hoort ook een andere rol pakken bij, omdat je zo ideeën sneller vlot trekt.’’ Van Zoggel: ‘’Omdat de provincie al enkele jaren op die manier werkt, beschikt ze over een netwerk dat rijker en gevarieerder is dan de ketenpartijen die zeggen dat ze voor ons zo belangrijk zijn. Zonder FoodUp! waren creatievelingen als Ultra Ultra, die in staat zijn een idee te vertalen naar een lekker en sexy uitziend product en dat ook nog eens in een campagne weten weg te zetten, voor ons onbereikbaar gebleven. Gewoonweg omdat we ze niet kennen.’’ Het frietje is lekker, dat valt niet te ontkennen. Het is ook bijzonder, alleen al vanwege het feit dat het uit aardappel, bataat en pastinaak bestaat ‘’Als provincie wisten we dat Van den Borne zijn zaken als teler op orde had. Een superinnovatieve boer, met de ambitie de bodemkwaliteit en biodiversiteit op en rond zijn akkers te verbeteren. En in staat om daarin middels datawinning en -verwerking continue verbeteringsslagen te maken. Vanuit een communicatieperspectief is dit enorm belangrijk, want als het Frietje Precies de claim ‘goed voor boer en bodem’ voert, dan moet dat verhaal wel 100 procent kloppen. Vervolgens hebben we maanden gestoken in productontwikkeling. Smaken bataat, pastinaak en aardappel wel goed bij elkaar, hoe krijg je ze in het vet gelijktijdig gaar en knapperig?’’ ‘’Toen we die zaken op orde hadden en de oogst het veld afkwam, stuitten we echter op hobbels die nog ons nog steeds hinderen’’, benadrukt Van Zoggel. ‘’Om als boer een eigen, afwijkend product marktklaar te krijgen is een mijl op zeven, door de complexe verwerking van grondstof tot eindproduct. En het is dan niet zozeer dat het niet kan, het is vooral omdat het niet past. Een beginnend concept start met hoeveelheden waarvoor een fabriek niet eens het licht in de productiehal aanzet. Te weinig kilo’s, inefficiënt en daardoor te duur, zeggen ze dan.’’ ‘’Terwijl ze het frietje wel interessant vinden’’, vervolgt Coenraadts. ‘’Na de succesvolle introductie vorig jaar op de Dutch Design Week hebben verschillende ketenpartijen belangstelling getoond. Maar onze 30.000 kilo verzuipt in hun productiehal.’’ Als dat het belangrijkste obstakel is, hoe kan die naar jullie idee het best uit de weg geruimd? ‘’Gezamenlijke, kleinschalige verwerking en productie. In innovatiejargon spreek je dan over shared facilities, het delen van bestaande lijnen bij bedrijven. Maar die laten achter de schermen doorschemeren dat dat om allerlei redenen nog een tijd gaat duren.’’ Van Zoggel: ‘’Dus kun je wellicht net zo snel zelf nieuwe, kleinere, gemeenschappelijke faciliteiten opzetten. Voldoende om start ups de fases van marktintroductie en opschaling te laten doorkomen. In de zonnecellen- en halfgeleidersector is die werkwijze normaal. De grote winst is dat ideeën van onderop meer ontwikkelkans krijgen.’’ Los van dit alles zijn beiden hoopvol over de toekomst. ‘’We gaan moedig voorwaarts, de tweede oogst is zojuist van het land gekomen. Frietje Precies vindt inmiddels op verschillende plekken in Brabant zijn weg naar afhaal-horeca en consument. Allemaal via korte ketens en hopelijk straks weer op festivals. En de grote jongens van de lange keten willen graag, maar hebben hun bedrijfsmodel daar (nog) niet passend op weten te krijgen.” ¢ FOOD Locaties 2020/2021 - 19
20 Online Touch Home