29

Figuur 1: Sectoren Groningen Seaports 2016 (Bron: Lisa 2015, Havenmonitor 2016, PDOK) de groene bollen van de sector energie en afval in de Eemshaven, de lichtblauwe bollen van de sector industrie in het havengebied ten zuidoosten van Delfzijl en de donkerblauwe bollen van de sector transport en logistiek in de haven/het centrum van Delfzijl. Het is duidelijk te zien dat de haven economische activiteiten zich logischerwijs geografisch veelal clusteren binnen de grenzen van de respectievelijke havengebieden. Economisch belang Maar wat leveren deze haven economische bedrijfsactiviteiten de facto op? Op basis van de havenmonitor kan geconcludeerd worden dat de havens van Delfzijl en Eemshaven al jaren stabiele groeimotoren voor de provincie Groningen vormen. De werkgelegenheid is sinds 2002 relatief stabiel en neemt de laatste jaren toe; tot 6.916 werkzame personen in 2016. Dit is ongeveer 2,5% van de totale werkgelegenheid in de provincie Groningen in 2016. Ook de toegevoegde waarde die gegenereerd wordt is flink toegenomen sinds 2002; van ongeveer €600 miljoen in 2002 tot ruim €1,2 miljard in 2016. De bruto toegevoegde waarde in basisprijzen voor de hele provincie Groningen is ongeveer €21,6 miljard; circa 5,6% van de toegevoegde waarde in 2016 wordt gerealiseerd in Groningen Seaports. En waar de bruto toegevoegde waarde in basisprijzen van de hele provincie al jaren sterk afneemt (-12,5% in 2014, -11,0% in 2015 en -7,6% in 2016), laat de toegevoegde waarde van Groningen Seaports al jaren flinke groeicijfers zien (CBS, 2018 en Havenmonitor 2016). Het economisch belang van de havens voor de regionale economie – en voor de leefbaarheid van het gebied door het bieden van werkgelegenheid en toegevoegde waarde – neemt toe. Nieuwe kansen Het is interessant meer in detail te bekijken welke gebeurtenissen de ontwikkelingen van de werkgelegenheid en toegevoegde waarde kunnen verklaren. Aan de ene kant is zichtbaar dat vooral bestaande bedrijvigheid investeert in capaciteit – denk bijvoorbeeld aan Klesch Aluminium Delfzijl / Aldel na het faillissement in augustus 2017 bij de doorstart – maar aan de andere kant richten de havens zich ook nadrukkelijk op nieuwe kansen. Eemshaven is volop actief op het gebied van windlogistiek met de voorbereidingswerkzaamheden voor de aanleg van het Borkum Rifgrund II windpark, dat in het Duitse deel van de Noordzee zal verrijzen. Ook andere windparken in de Noordzee vormden in de afgelopen jaren een bron van werk voor de Eemshaven en de verwachting is dat deze activiteiten in de komende jaren niet zullen verminderen. Ook andere vormen van duurzame energie zijn in opmars binnen Groningen Seaports; RWE richt zich via biomassa op de vergroening van de Eemshavencentrale en Eneco’s Sunport Delfzijl is het grootste zonne-energie park van Nederland. Halverwege 2017 werd bekend gemaakt dat het nieuwe datacentrum van Google de komende 10 jaar alle stroom die Sunport gaat produceren op gaat kopen. Deze nieuwe vormen van energieopwekking bieden kansen voor Groningen Seaports die complementair zijn met de bestaande vormen die aanwezig zijn in de havens en goed passen binnen de gaande energietransitie. Stabiele groeimotoren De twee havens binnen Groningen Seaports – Eemshaven en Delfzijl – vormen al jarenlang een stabiele motoren voor de provincie Groningen. Zowel de werkgelegenheid als de toegevoegde waarde nemen toe; vooral de toegevoegde waarde van de Eemshaven is de afgelopen paar jaar relatief sterk gestegen. Het relatieve economisch belang van de havens neemt toe ten opzichte van de totalen van de provincie Groningen. De verwachting is dat de bestaande werkgelegenheid en toegevoegde waarde de komende jaren door kunnen groeien ondanks de uitdagende sociaaleconomische omgeving. Ook kan werkgelegenheid hoogwaardiger worden, uitgedrukt in arbeidsproductiviteit en kennisintensiteit. De havens van Groningen Seaports staan er goed voor en hebben een prima uitgangspositie richting de toekomst om als groeimotor te blijven functioneren. << Havenlocaties 2018 - 29

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication