daarvoor nog te vroeg is.” Hoekstra: “Het gedachtegoed is goed. Maar dan zit je aan tafel met de eindgebruiker en dan komt de vraag: ‘wat kost dat en wat is mijn voordeel in de exploitatie?’”. Verhey: “Het moet win-win zijn. We zijn op dit gebied nog erg in het beginstadium. Er gebeurt natuurlijk het nodige met warmtekrachtinstallaties en zonnepanelen. Wat steeds meer plaatsvindt, is het monitoren van panden met behulp van sensoren. Gas, water en elektra gebeurt al standaard, maar ook de docks kun je zo monitoren. Onderhoud gebeurt dan op basis van de werkelijke conditie en niet standaard één keer per jaar preventief. Het geeft ook mogelijkheden om je gebouwen te benchmarken.” Fotografie: Ossip van Duivenbode op dit gebied, maar wij zien wel de discussie hierover. Iedereen wil af van al die busjes in de stad. Maar het is een ingewikkeld vraagstuk.” Verhey: “Wij zijn drie ontwikkelingen gestart voor stadsdistributie te weten: Den Haag, Rotterdam-Noord en Utrecht Lage Weide. Deze stadsdistributie centra zijn ongeveer 20.000 m2 gedeelte) en onderverdeeld in compartimenten van 5.000 m2 worden per compartiment van 5.000 m2 groot (bebouwd . Deze verhuurd zodat de distributie kan plaatsvinden met een elektrische auto of bakfiets. Picnic is een goed voorbeeld hiervan.” Assink: “Nederland is zo klein. Onze last mile distributie is compleet anders dan bijvoorbeeld in Amerika. Maar je ziet wel de vraag toenemen en logistieke bedrijven bouwen hun operationele netwerk uit om zo dichter bij de klant te komen, waarbij ze de tussenliggende trajecten verduurzamen en er in investeren.” Verhey: “PostNL, DPD, ze breiden allemaal uit.” Assink: “Een andere invalshoek zijn verzamelpunten in de stad waar je pakketten kunt afhalen of afgeven.” De circulaire economie wordt steeds concreter. Wat gebeurt er op dit gebied in het logistiek vastgoed? Verhey: ”We zouden graag een circulair DC willen maken, we stellen de vraag ook wie dat wil, maar uit de reacties merken we dat het Dus bij logistiek vastgoed is de huurprijs nog altijd de doorslaggevende factor? Assink: Assink: “Voor veel logistieke operaties is de huur een hele belangrijke factor als kostenpost in een operatie. De afgelopen jaren is de huurprijs redelijk stabiel gebleven en zijn logistieke bedrijven slimmer en efficiënter gaan werken door de toenemende concurrentie. Hiermee is de kwaliteit en eisen aan logistieke objecten ook toegenomen. Wij merken dat de grondprijzen en de bouwkosten stijgen. Dit zal een invloed hebben op de huurprijzen in de nabije toekomst. Er worden nu gebouwen speculatief ontwikkeld waarbij je je kan afvragen: ‘bouw je voor de belegger of voor de huurder?’. Ik zeg: als je speculatief bouwt, houdt dan vast aan je kwaliteitseisen.” Verhey: “Het zou mooi zijn als je die gebouwen volgens een bepaalde standaard kunt kwalificeren.” Hoekstra: “Als een pand speculatief voor de markt wordt gebouwd, dan wordt in bijna alle gevallen rekening gehouden met de hedendaagse wensen en eisen op het gebied van duurzaamheid. Meestal scoort het gebouw goed voor BREEAM, maar een certificaat wordt niet altijd aangevraagd. De ontwikkelaar kan het zien als een extra kostenpost die niet per se leidt tot een hogere waarde van het gebouw.” Assink: “Dat komt omdat de gebruikersmarkt een costdriven markt is. Met een BREEAM-certificaat stijgen de stichtingskosten en dat leidt vaak tot een iets hogere huurprijs.” Verhey: “Je moet eigenlijk de exploitatiekosten erbij zetten, zodat je het verschil kunt laten zien tussen een huurprijs met en zonder. Dat gaat wel gebeuren, verwacht ik.” 16 - Logistiekvastgoed 2018
17 Online Touch Home