Het heringerichte Anna van Burenplein naast Station Den Haag CS biedt reizigers, passanten en stadsbewoners tussen alle hoogbouw een nieuw hoogwaardig en karakteristiek verblijfsplek aan. opleiding elders in de stad te gaan. Forensen of studenten die uit de trein stappen en met een paar minuten lopen hun bestemming bereiken, hoeven verder helemaal niet meer in de stad te komen. Deze dynamiek is al goed herkenbaar in Utrecht, maar ook Rotterdam en Den Haag groeien steeds verder in die richting. Loos: “Werkgevers in diverse sectoren hebben ontdekt dat deze tendens aantrekkelijk is voor hun werknemers. In plaats van achteraan de file aan te sluiten, kunnen zij met het OV snel op hun werkplek zijn.” Recht doen aan eigen identiteit Bureau Spoorbouwmeester signaleert ook hoe, naast de gemeenschappelijke kenmerken van stationswijken, de differentiatie zich verder doorzet. Luiten: “Grotere stations krijgen verschillende bedoelingen voor de reizigers, met vaak twee heel verschillende adressen aan beide zijden. Neem Hollands Spoor met de voorkant naar een volkswijk en de achterkant naar de Hogeschool. Of station Leiden met aan de ene kant het oude stadscentrum en aan de andere kant het universitair medisch centrum. Dat zijn mooie differentiaties die we met de inrichting, oriëntatie en aansluiting van het station op de omgeving ook willen honoreren. Zo ontstaat een interessant, specifiek stedelijk profiel dat lang niet overal hetzelfde is.” Groot versus klein De dynamiek van intensivering op de grote stations in de steden gaat gepaard met een terugloop van reizigers op de kleinere stations in de meer landelijke gebieden. Bureau Spoorbouwmeester vindt het een belangrijke opgave om deze stations levensvatbaar te houden, zodat bewoners aangesloten blijven op de bereikbaarheid van het landelijke netwerk. De vaak prachtige, monumentale stationsgebouwen in de kleinere kernen hebben hun oorspronkelijke functie verloren. “Wij voelen verantwoordelijkheid voor dat stukje erfgoed en proberen te helpen functies voor zo’n gebouw te vinden die lokaal betekenis hebben”, vertelt Eric Luiten. “Bijvoorbeeld door er een tentoonstellingsruimte van te maken of een stationswinkeltje in te richten. Waar we stations in de grote steden levendig maken door formalisering, kwaliteitsverhoging en styling gebeurt dat in de kleinere stations veel Eric Luiten Miguel Loos meer via informalisering en lokalisering. Zo wordt de collectie van stations in Nederland heel divers.” Ruimte voor later De mobiliteitsbehoefte in Nederland zal in de toekomst verder groeien en verder veranderen. Bureau Spoorbouwmeester maakt zich hard om voldoende ruimte over te laten om die verdere groei te faciliteren. “Als we alle ruimte op laten slokken door vastgoed, dan zetten we de knooppunten klem en worden toekomstige ontwikkelingen heel duur. Rails liggen al honderd jaar op dezelfde plek, die leg je niet zomaar ergens anders neer. Daarom moeten we nu corridors vrijhouden om in de toekomst eventueel nieuw spoor toe te voegen. Dat is een interessante puzzel die met veel partijen gelegd moet worden.” << Stationslocaties 2020/2021 - 73
74 Online Touch Home