146

23 februari 2013 Hoe benader je zo goed mogelijk een comfortabele thuissituatie voor mensen die niet meer thuis kunnen wonen? Dat was de kernvraag voor een nieuw zorgcentrum in het centrum van Franeker. Door Ria Kraa. Dit is wat je noemt bouwen op legendarische grond: schuin tegenover kaatsveld Sjûkelân en het 16e-eeuwse café De Bogt fan Guné stond vroeger de vermaarde universiteit van Franeker. Lange tijd zijn de overblijfselen van de academische gebouwen onttrokken geweest aan het zicht door de panden van de GGZ. Maar de hele oostelijke wand van de Vijverstraat is nu gesloopt en daarvoor heeft Johan Sijtsma Architectenteam BV uit Leeuwarden nu een nieuw, straatlang pand ontworpen waar straks ruimte is voor zeven huurappartementen voor senioren en zes woongroepen voor elk acht bewoners met dementie. Voor de architect is het een droom die uitkomt. Vorig jaar vierde Johan Sijtsma zijn zilveren jubileum als architect en in die tijd heeft hij veel ontworpen. Honderden woningen zijn onder zijn handen ontstaan. ,,Mar dit wie de earste kear dat it my gund is myn ideaal wier te meitsjen: bouwe foar minsken dy’t spesjale oandacht nedich hawwe. ”Hoe kun je die kwetsbare groepen nu helpen met een woonomgeving die echt fijn is, met een constructie die goed werkt, zowel voor personeel als bewoners?” Hij was meer dan eens op bezoek geweest in een verpleeghuis en de indeling ervan stuitte hem tegen de borst. Eerst moet je al langs een portier, een balie, en dan zo’n lange gang op. ,,Sa’n góng! En dan hast pôtspielbakken, en keamers dêr’st samar nei binnen sjen kinst. En dan healwei hast nochris in húskeamer.” Vreselijk vond hij dat gebrek aan privacy. Zo’n badkamer tussen twee kamers in, en dan stonden soms de deuren gewoon open terwijl die gebruikt werd. Dat kan anders, dacht hij toen al. Voordeur Voor de Westerpoort, zoals het nieuwe gebouw in Franeker gaat heten - naar de poort die vroeger op een steenworp afstand stond - bedacht Sijtsma de ‘moedermodule’: een niet te grote ruimtelijke eenheid, gasten bellen gewoon aan bij de voordeur, ze komen éérst in een hal en een huiskamer. Daarachter liggen de privékamers van de bewoners en verschillende badgelegenheden. Kunnen ze zelf kiezen waar ze willen douchen of badderen. ,,Folle mear sa as it thús is. Net eltsenien kin sjen dat se dy yn ’e klean as op bêd helpe, it is allegear fatsoenlik, netsjes. De minsken hawwe harren privacy.” Onder een van de eerste schetsen schreef hij al met krachtige letters: ‘zorg = mensen die wónen’. Hij was het alweer vergeten, maar knikt bij het terugzien. ,,Dat is yn feite de essinsje. Soarch moat net in systeem wêze. It giet om minsken. Se moatte in hûs hawwe. Mei in foardoar, in doarbel, neam mar op. Dy lange gongen, dy moasten der út.” Het heeft wel even geduurd voor het zover was. Het was al in 2008 dat Sijtsma door Noorderbreedte werd uitgenodigd mee te doen aan een prijsvraag voor invulling van de noordwand van de Vijverstraat. De competitie won hij, maar natuurlijk heeft zo’n grote transformatie op zo’n gevoelige, belangrijke plek in het historisch centrum alle mogelijke argusogen op zich gericht. Vast stond hoe dan ook dat de bestaande bouw uit de jaren tachtig gesloopt moest worden. Sijtsma heeft onderzocht of die kon blijven staan, of het zich leende voor verbouw tot een anderssoortige inrichting. ,,Mar dat wie net it gefal. It wie hiel mastodontysk. In gebou as in tank, net te feroarjen, dat wie perfoarst ûnmooglik. Sa wol ik sels net bouwe.” Flexibel Integendeel: Sijtsma’s nieuwbouwblok is weliswaar opgeknipt in zeven appartementen en zes woongroepen, maar dat is allemaal net zo veranderbaar als de gebruikers willen. Het hele bouwwerk is eigenlijk één groot flexibel systeem met een vrije ruimte van meer dan dertien meter breed. De installatiezones lopen langs de gevels. ,,De boel feroarje is in fluitsje fan in sint. De romten kinne grutter, lytser, oars yndeeld, it kinne kantoaren wurde, as wenten of as in bibleteek. De binnenkant is frij.” De buitenkant is minder vrij: die moest inspelen op de omgeving, aanhaken bij wat er stond. Sijtsma trok de hoogte op tot de toegestane grens - dit stukje stad kon wel een wat stedelijker uitstraling verdragen, oordeelde hij. En hij tekende daar vervolgens een straatwand met ‘dansende gevels’ in afwisselend roestbruine en donkere baksteen, met tussenstukken in witte stuc. Natuurlijk was er commentaar. Het zou te hoog worden, vonden sommige omwonenden. Het zou te modern worden, vonden anderen. Er werd het nodige geschaafd, de nodige bezwaarrondes en procedures moesten worden doorlopen. De welstandscommissie wilde een rijkere detaillering dan Sijtsma voor ogen stond. Aan de basis van het ontwerp hoefde hij geen concessies te doen - korrel, maat, opbouw zijn gelijk gebleven en laten een strakke discipline en eenvormigheid zien. Dat houdt de bouw betaalbaar en de gebruiksmogelijkheden flexibel. Smûker Alleen bij de afwerking is Sijtsma dichter toegeschoven naar de smaak en wensen van de esthetische beoordelaars. Dat is bijvoorbeeld goed te zien aan de witbetonnen daklijsten met hun verspringingen, en aan de vensters die naar voren komen of juist verder naar binnen vallen. Als je erlangs loopt, ervaar je een heel wisselend beeld. ,,Dat doarde de gemeente hjir net oan. Spitch. Mar sa slim is it no ek wer net. It is no in bytsje smûker wurden. Vol zicht op voormalig klooster ” Sinds de sloop van de panden aan de Vijverstraat staat wat nog over is van de Academie van Friesland (1585-1811) weer vol in het zicht. De universiteit werd indertijd gevestigd in het voormalige Kruisbroedersklooster Jerusalem dat in de vijftiende eeuw gesticht was door Siardus Watkens, pastoor van Arum. Nadat Napoleon de universiteit ophief, waren de gebouwen nog een tijdje in gebruik als atheneum en sinds 1851 als psychiatrisch ziekenhuis. De gebouwen zijn Rijksmonument. Ze worden gerestaureerd en ingericht als facilitaire ruimten voor Noorderbreedte. Erachter staat een al eerder gerestaureerd overblijfsel van de universiteit: de orangerie uit 1650. De westelijke pilastergevel is nog helemaal intact. Het gebouw doet dienst als twee-onder-een-kapwoning (de helft staat te koop). De collectie van de erbij horende hortus botanicus (gesticht in 1632, eind achttiende eeuw uitgegroeid tot een van de belangrijkste van Europa) is er niet meer. De ruimte tussen de twee oude gebouwen doet nu dienst als binnentuin. Als straks op deze plek het straatlange nieuwe complex is verrezen, blijft het monumentale gedeelte te zien vanaf de Academiestraat. Wie een eindje doorloopt die straat in, kan links afslaan naar de Waagstraat en dan opnieuw links naar de Hortusstraat voor een blik op het oude universiteitsterrein. 146

147 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication