Heel belangstellend en nieuwsgierig zijn de kleinkinderen van Roel Zuidema: “Hoe was het om als jongen in een Jappenkamp te zitten?” Ook in gesprekken met zijn kinderen komt de Tweede Wereldoorlog in Midden-Java aan de orde. En toch… het blijven fragmentarische, incomplete verhalen. Vijfenzeventig jaar na de bevrijding van Nederlands-Indië schrijft Roel Zuidema daarom dit boek, “Omzwervingen van een kampkind”, en vertelt hoe hij het leven in verschillende kampen als jongetje heeft ervaren. Ook de tijd die daaraan voorafging, komt aan bod, evenals de periode die daarna volgde: wanneer de Nederlandse gezinnen door extremistische, gewapende vrijheidsstrijders opnieuw in kampen worden gedreven en zelfs meer dan ooit blootstaan aan levensgevaarlijke situaties. In deze kampen zetten de volwassenen steeds alles op alles om hun kinderen toch een veilig thuis te bieden. Met onvoorstelbare moed en wilskracht loodsen moeder en tantes hen uitputtende appèls onder de bloedhete zon heen, bij zware corveetaken, honger, ziektes en een nijpend gebrek aan leefruimte. Ze organiseren lessen op geïmproviseerde schooltjes en vieren nog altijd zowel de verjaardagen als feestdagen. En ook de humor blijft onverminderd voortbestaan. Het contact met de buitenwereld wordt intussen steeds minder, de censuur neemt toe, brieven komen nog slechts sporadisch aan. Mannen en vrouwen zijn al die tijd van elkaar gescheiden, weten niet eens of ze elkaar ooit nog zullen terugzien … En het jongetje dat Roel ooit was, vraagt zich stiekem af: “Zal ik straks mijn eigen vader nog wel herkennen?”
3 Online Touch Home