was de situatie in het kamp alleen maar verslechterd, de laatste maanden zelfs ernstig. Er was ziekte, honger, hongeroedeem, iedereen was vermagerd en verzwakt. In het kamp liepen wrakken rond, uitgemergelde stakkers, verdoofde zielen. We wisten niets van de stand van de oorlog. Er was in het kamp geen radio. Er waren geen vrouwen die de kunst verstonden om met draadjes te prutsen (wat in de mannenkampen wèl gebeurde) en op bepaalde golflengten Engelse of Nederlandse berichten te ontvangen. Het kamp was hermetisch van de buitenwereld afgesloten en de kampbewoners waren verstoken van informatie over wat in de wereld gebeurde. We wisten niets van de atoombommen die op Japan waren gevallen en ook niet van de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945. Het was intussen 24 augustus 1945. Op het Lido verzamelden zich een 4000 mensen. Het was propvol. En daar kregen we te horen dat de oorlog was afgelopen. Wie dit meedeelde, weet ik niet goed, waarschijnlijk een Japanner met een tolk. Ik kon het als klein jongentje in het gedrang en staande tussen de benen van de massa volwassenen niet goed zien. Wat ik nog weet, is dat het groot nieuws was en dat erbij gezegd werd dat het voor de Japanners droevig nieuws was. We werden verzocht niet te juichen en het terrein in alle rust te verlaten en naar huis te gaan. Dat deden we, we hadden tijd nodig om ons te bezinnen - was het echt wel waar? - maar toen de mensenmassa langzaam in beweging kwam om het Lido te verlaten, zette iemand het Wilhelmus in en de menigte volgde. We lieten ongeremd onze stem horen en zongen uit de grond van ons hart: “De tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.” Het was alsof een bom explodeerde van emotie en geluk. De menigte kwam in extase, er was uitbundige blijdschap, het hield niet op - waar jaren naar was uitgezien, op was gehoopt, de bevrijding, de vrijheid: het was er, het was werkelijkheid. Hoeveel geluk kan een mens bevatten. We vielen elkaar om de hals: Vrijheid! Vrijheid! Vrijheid! 109
25 Online Touch Home