32

Welke eetstoornis je ook hebt, de vraag blijft hetzelfde: Waar ligt jouw grens? Hoeveel pijn moet er nog komen? Hoever wil jij het nog laten gaan? Wanneer ga je inzien dat het niets oplost om op deze manier met je emoties om te gaan? Dromen van een toekomst Ik had mijn plafond bereikt, mijn batterij was op, ik kon niet meer. Ik was er helemaal, maar dan ook helemaal klaar mee. Dit was mijn keerpunt: tot hier en niet verder, ik kap ermee! Dit was niet het leven wat ik wilde leven. Ik wist waarom ik zo niet verder wilde, ik had genoeg redenen om te willen veranderen. Zonder die pijn en de redenen om mijn droom te vervullen had ik nooit de motivatie gevonden om het roer om te gooien. Mijn dromen zouden nooit uitkomen, als ik hardnekkig aan mijn eetstoornis zou blijven vasthouden. Ik weigerde om me zo nog langer te voelen. Ik wilde geen pijnlijke billen meer voelen, als ik op een stoel zou gaan zitten. Ik ging dagdromen over mijn toekomst: Waar wilde ik zijn over drie, vijf, tien jaar? Hoe oud wilde ik worden? In mijn droom had ik meer zelfvertrouwen, deed ik wat ik echt wilde en zei ik wat ik echt dacht en voelde. Ik wilde mensen helpen om hun eigen eetstoornis te overwinnen. In mijn droom was ik gelukkig, ik voelde me niet opgejaagd en gestrest, ik had rust in mijn hoofd en was helemaal niet meer bezig met eten en mijn figuur. In mijn droom was ik gezond, sterk en vitaal. Ik accepteerde mezelf zoals ik was, met al mijn onvolkomenheden. Ik was gelukkig en getrouwd met een ontzettend knappe vent, ik woonde ergens in een warm land, in een prachtig huis, en ik had 3 kinderen. Opeens realiseerde ik me één groot obstakel op mijn weg: als ik niet snel iets zou veranderen aan mijn eetgedrag, zou deze droom nooit uitkomen. Dan zou ik niet eens meer zwanger kunnen worden. Daarnaast: wie wil er nu trouwen met een satéprikker? Op het moment dat ik tranen in mijn ogen kreeg van mijn eigen spiegelbeeld, realiseerde ik mij dat ik niet meer hield van de vrouw die ik was geworden. Op dat moment zag ik voor het eerst wie daar stond. Ik keek mezelf aan in de spiegel en heb letterlijk tegen mijzelf gezegd: ‘Nu kap je ermee, stomme trut.’ Echt liefdevol sprak ik niet tegen mijzelf, ik vond dat het nu beter was om streng te zijn. Vastbesloten was ik om van mijn droom werkelijkheid te gaan maken. Ik raapte alle kracht en energie bij elkaar en heb vanaf die dag nooit, maar dan ook nooit meer gekotst. 32 Stap 2: Negeer de nooduitgang

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication