Baby’s geven nooit op Het mooie van kind zijn, zeker als we nog heel klein zijn, is dat we nog bijna geen belemmerende overtuigingen hebben. Ik was als baby enthousiast en leergierig, alles in het leven was een uitdaging. Als ik niet aan het eten of slapen was, was ik iedere minuut van de dag bezig met ontdekken. Ik stopte speelgoed in mijn mond, likte en proefde eraan en besloot dan pas dat Lego niet eetbaar was. Baby’s hebben een ongekende nieuwsgierigheid, die vaak sterker is dan hun angst. Hun grote wilskracht zorgt ervoor dat zij niet gauw opgeven. Zodoende leren we allemaal lopen, fietsen en zelfs lezen. Aan diezelfde wilskracht die jij als baby had, dank je dat je nu dit boek in handen hebt en snapt wat er op de bladzijden staat geschreven. Sommige baby’s zetten hun eerste stapjes al na 7 maanden, sommigen doen er 15 maanden over en anderen nog ietsje langer. Tenzij we ernstige lichamelijke beperkingen hebben, bereiken we vroeg of laat echter allemaal het punt dat we ons op twee benen kunnen voortbewegen. Zelfs al stonden we in eerste instantie nog zo te trillen van inspanning om zelfs maar rechtop te kunnen staan, met onze handjes stevig om de tafelrand geklemd. Een leven lang (af)leren Stel je eens voor dat we als baby halverwege waren gestopt met onze pogingen om te leren lopen. Dan zou het op straat krioelen van de volwassen mensen, die op handen en knieën door het leven gingen: ‘Tja, ik heb het als baby geprobeerd, hoor. Ik ben echt een paar keer op mijn benen gaan staan. Maar ja, ik viel steeds weer om en toen heb ik het maar opgegeven. Het gaat me toch niet lukken, ik kan dit niet. Ik heb besloten dat ik nu maar gewoon, voor de rest van mijn leven, over de grond kruip. In luiers, ja. Want zindelijk worden: man, dat was ook al zo’n gedoe. Tjongejonge.’ Toch is dat precies hoe we ons als volwassene soms gedragen. We vergeten steeds vaker om weer op te staan, als we zijn gevallen. Natuurlijk heeft dat een goede reden. Naarmate het leven vordert en we ouder worden, maken we steeds meer nare dingen mee. We vinden allerlei excuses om dingen niet te hoeven aanpakken of oppakken. Die excuses komen voort uit onze ‘belemmerende overtuigingen’: overtuigingen dat we iets niet kunnen of het domweg niet waard zijn. Zo raken we steeds verder verwijderd van onze dromen. Onze belemmerende overtuigingen veranderen in voorspellingen die uitkomen. Als je denkt dat je gaat falen, zal je gaan falen. Andersom werkt het ook: wanneer jij de overtuiging hebt dat het je gaat lukken, dan zal het jou lukken. 8 Stap 2: Negeer de nooduitgang
9 Online Touch Home