16

Marlene Lunter De rode spikes V an jongsaf aan wilde Karen al hardlopen. Niet zomaar hardlopen. Nee, ze wilde net als Ellen van Langen op de Olympische Spelen de 800 meter winnen. Elke dag rende ze naar school. Als ze boodschappen voor haar moeder moest doen, rende ze naar de winkel. Als er iemand was die het verdiende om Olympisch kampioen te worden, dan was zij het wel. Jammer genoeg had ze weinig talent. Op een dag zag ze in de sportwinkel een paar rode spikes staan. Ze kocht ze van het geld dat ze uit haar moeders portemonnee had gepikt. Toen ze ze aantrok voelde ze het meteen, dit waren echte Kampioensspikes. Ze ging twee keer zo hard als voorheen en ze kon het veel langer volhouden. De spikes aan haar voeten bleven doorhollen. Op haar sloffen haalde ze de limiet voor de Spelen. Als een speer schoot ze door de series en door de halve finale. Aan rust tussendoor kwam ze niet toe, de spikes bleven hollen. De finale zelf won ze met een halve baan voorsprong. Toen Karen op het podium stond, trappelden haar voeten in de spikes op de plaats, terwijl het orgel het Wilhelmus speelde en zij met haar zuivere stem uit volle borst meezong. De warme zonnestralen schenen helder en haar hart was vol vrede en vreugde. Na de Spelen zetten ze de spikes in een glazen kast in de woonkamer, samen met haar gouden medaille, en jarenlang vertelde Karen iedereen over haar hardloopavonturen. Pas na haar honderdste vloog haar zieltje naar God, die haar hartelijk ontving, want zoveel Olympische kampioenen waren er niet in de hemel. 14

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication