28

Kitty Schaap De borstvergroting E r was eens een koningin die heel ontevreden over haar uiterlijk was. Iedere ochtend keek ze in de spiegel, en vroeg om raad. ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van dit land?’ Altijd noemde de spiegel de naam van een bekende televisiepersoonlijkheid of een fotomodel. De koningin kon het niet uitstaan. Karrenvrachten goud en juwelen besteedde ze aan haar uiterlijk: ze liet vet wegzuigen, haar lippen opvullen en hangende oogleden liften, maar niets hielp, zelfs botoxen niet. ‘Lieverd, je bent toch prachtig?’ zei haar gemaal. ‘Dat zeg je alleen maar om te slijmen’, krijste de koningin, en ze moest zo hard huilen dat ze er de hele dag niet uitzag. ’s Avonds keek ze weer hoopvol in haar toverspiegel. ‘Lief spiegeltje, wie is het mooiste van het hele land?’ vleide ze. ‘Jij niet, je borsten zijn te klein’, schimpte de spiegel. Met een zwaai gooide ze hem kapot tegen de paleismuur, zodat hij in duizend stukken uit elkaar viel. Als dat maar geen zeven jaar ongeluk betekende. Op dat moment klingelde de paleisbel. Voor de deur stond een lelijke, gebochelde dwerg. ‘Majesteit,’ sprak hij, ‘ik heb wat u zoekt: een schoonheidsspreuk. Wie deze uitspreekt, wordt meteen de mooiste van de hele wereld.’ De koningin haalde begerig haar goudbrokaten beurs uit haar decolleté. ‘Denk erom,’ sprak de dwerg vermanend, ‘u mag de spreuk maar één keer gebruiken.’ Gauw betaalde de vorstin hem en nam het papier in ontvangst. Ze rende ermee naar haar boudoir en deed de deur op slot. Met haar leesbril op prevelde ze het ingewikkelde toverwoord. En daar gebeurde het: haar borsten begonnen te groeien en groeien en groeien. Nu was ze vast de mooiste van de hele wereld. Snel ging ze naar bed om een schoonheidsslaapje te doen. Wat zou haar gemaal verrast zijn! Terwijl de koningin sliep, kwam de koning thuis. Hij zocht zijn gade in haar boudoir, maar vond haar daar niet. Er lag slechts een briefje met een spreuk. Hardop las de koning het toverwoord. Uit de slaapkamer klonk een luid gekrijs. Het was de koningin. Haar borsten groeiden, en waren nu zo groot als pompoenen, nee, als skippyballen. En nog hield het groeien niet op. Ze kwam klem te zitten tussen de kast en het hemelbed. ‘Zoek de dwerg!’ gilde de koningin, terwijl de muur begon te barsten. De koning rende tussen het vallend puin door naar buiten, maar hoe hij ook zocht, de kabouter was voorgoed verdwenen. 26

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication