9

midden staan. ‘‘Ik wens jullie vrede!’ zei Hij, en daarna richtte Hij Zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar Mijn handen, en leg je hand in Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’’ (Johannes 20:26-29). Wij behoren tot die groep gelukkigen, want wij hebben niet de geïncarneerde of verrezen Christus gezien met onze fysieke ogen maar we zijn leden van Zijn Kerk, we zijn opnieuw geboren door middel van de doop en zeggen: ‘Met geloof belijd ik.’ Wij hebben de verlichte, verrezen Christus niet gezien met onze fysieke ogen, hebben Zijn zoete stem niet gehoord, zijn geen getuige geweest van de genezing van de verlamde man (Lukas 2:1-12) of de melaatse man (Markus 1:40-45), of de opwekking van Lazarus (Johannes 11) of de dochter van Jaïrus (Markus 5:21-23). Wij zijn veel later geboren dan het aardse leven van de Heer en Zijn openlijke wonderen maar de Heilige Geest verricht dit allemaal in onze geest. De boodschap van vandaag spoort ons aan om te denken en onszelf af te vragen of we in deze moeilijke tijden waarin de gehele mensheid de pandemie probeert te overleven, tijden waarin ons volk een oorlog en diens gevolgen meemaakt, geen openlijke wonderen hebben gezien? In deze tijden moeten we ons afvragen, geloven we echt in Christus? Vertrouwen we echt op Christus en in Zijn heilige Verrijzenis? Dit zijn vragen die serieuze en eerlijke zelfreflectie vereisen en sporen ons aan om samen met de apostelen de Heer te vragen om ons geloof te vermeerderen (Lukas 17:5), want U bent het Licht dat op de wereld is gekomen opdat ieder die in U gelooft, niet in de duisternis blijft (Johannes 12:46). Moge de Heer, door de voorspraak van de heilige apostelen, luisteren naar onze smeekbedes en tijdens de tekortkomingen van onze geest ons bezoeken om ons gerust te stellen, kracht te geven, om onze twijfels weg te nemen en Zijn lichtgevende zegening van Zijn verrijzenis onuitputtelijk te houden gedurende alle dagen van ons leven en niet alleen tijdens de paasperiode. Evangelie: Johannes 20:26-31 26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29 Tomas antwoordde: Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31 maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. Khorhurd 9

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication