Laten we de tijd van ons leven niet besteden aan het beoordelen van het leven van onze naaste en de rol van rechter op ons te nemen. Probeer daarentegen bezig te zijn met zelfonderzoek en zelfzuivering. Ieder van ons heeft veel te doen in ons leven. Als we bezig zijn met het opruimen van de kamers van onze ziel, hebben we geen tijd om de keuken van iemand anders binnen te dringen. Ware verandering begint met een vastbesloten besluit, dat soms een lange weg van rijping moet afleggen. Maar treuzelen is zinloos. Laten we vertrouwen op de Heer, niet morgen, maar vandaag. Laten we luisteren naar de stem van de Schrift die zegt: “Wees sterk, Hij roept je.” En als Hij vraagt: “Wat wil je?”, laten we dan, zoals de blinde die naar de Zoon van God toeging, zeggen: “Heer, open mijn ogen.” Mogen de ogen van onze ziel geopend worden, zodat we de wonderlijke aanwezigheid van de Heer zien en voelen. Laten we de gaven van God in nederigheid aanvaarden, zodat we het goede van het kwade kunnen onderscheiden en ons ver houden van de listen van het kwaad. Door berouw te tonen, kunnen we de vruchten van een zuiver geweten plukken en die als offer aanbieden op Gods altaar. En wanneer de Heer komt om de vruchten te ontvangen, moge Hij dan niet zeggen: “Hak die vijgenboom om wegens onvruchtbaarheid” maar ons bemoedigen door te zeggen: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” (Mattheüs 25:21) Evangelie: Lucas 13:1-9 131 Er waren op dat moment ook enkele mensen aanwezig die Hem vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met dat van hun offerdieren. 2 hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat lot ondergaan hebben? 3 Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. 4 Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5 Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’ Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. 7 Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij put alleen maar de grond uit.” 8 Maar de wijngaardenier zei: “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven. 9 Misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.”’ Khorhurd 5 6 Hij zei tegen
6 Online Touch Home