13

19 februari 2017 (Johannes 7: 37-52) ‘‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken”. (Johannes 7:37) Wat is het toch een zoete uitnodiging die in de verte van de eeuwen klinkt, zonder zijn geruststellend vermogen te verliezen. Vaak proberen wij in ons alledaags leven te zoeken naar God's Koninkrijk en vergeten wij daarmee het Levende Water als bron, wat Christus zelf is. De zoekende menselijke geest geeft geen rust aan zichzelf. Het zoekt overal, omringd zichzelf met verschillende fenomenen, de goedheden van de wereld, rijkdom en het vervullen van verlangens. Maar zelfs de wijze Salomo, degene in wiens zijn hele leven niks van dat alles ontbrak, werd moe van het eindeloos zoeken en concludeert: “IJdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid” (Prediker 1:2). Ja, het leven is zinloos, omdat hij niet van de bron van het Levend Water dronk. Jezus toont niet alleen het goede aan Zijn luisteraars maar ook de voorwaarden en de middelen om het goede te bereiken. Dit is het morele en het troostend aspect van het christendom. Jezus heeft gezegd: “Laat hem bij Mij komen”. Jezelf eenzaam voelen en denken dat je dat ook bent, is de meest teleurstellende en vreselijke situatie. Op deze manier verliest de mens zelfs zijn menselijke waarden, omdat hij niets ziet in fenomenen en in de realiteit. In een dergelijk geval drogen de bronnen van de levende wateren van het hart en verzwakt geleidelijk de dorst naar moraliteit. Tegen een ongeoriënteerde mens, zegt Christus: “Laat hem bij Mij komen”. (Zie vervolg op de volgende pagina) 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication