6

Preken 4 februari 2018 “Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.” – Johannes 15:17 Geschriften van de dag: Joh. 7:37-52, Titus 1:1-11. Jes. 63:18-64:12 De gedachte van de liefde staat centraal in de leer van het Christendom. De deugdelijkheid van de liefde is fundamenteel in het Christelijke moraal. Liefde is een gevoel richting God en richting mens. God is liefde en Zijn liefde uit zich in de creatie van het universum en Zijn voorzienigheid. Als wij God liefhebben, hebben we onze naasten lief, omdat God ons liefheeft en wij het resultaat zijn, van die liefde, op aarde. De mens is geen resultaat van een toeval of een fout maar het resultaat van de onuitputtelijke liefde van de Hemelse Schepper. Deze goddelijke liefde schijnt in ons, wat onze liefde vormt. Dus wij bevatten liefde als een door God geïnspireerd gevoel, de gave is om gelijke kinderen van de Vader te zijn en onze ouder-kind band creëert met God, en een broederlijke band met onze naasten. Liefde voor God. Vanuit religieus opzicht is de mens niet alleen verantwoordelijk om over God te denken, ook niet om alleen Gods werk te bestuderen maar om God lief te hebben met de liefde waardoor een persoonlijke, levende en werkelijke band ontstaat tussen mens en God. Zoveel liefde, dat het leven van de mens zonder God zinloos en onmogelijk zou zijn. Dit soort liefde verwacht de Heer Jezus Christus wanneer Hij zegt: “5Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.” (Deuteronomium 6:5). Niet met bepaalde voorwaarden, niet op bepaalde momenten en niet met bepaalde delen. Liefde voor onze naasten. De tweede persoon voor de liefde is onze naaste, ofwel onze gelijke, de ander, “19heb uw naaste lief als uzelf.” (Matteüs 19:19). 6

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication