11 februari 2018 “want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.” – Romeinen 14:17 Geschriften van de dag: Matt. 6:1-7:27, Rom. 13:11-14:26, Jes. 58:1-14 Carnaval is de eerste van de zeven zondagen van het Grote Vasten. Deze dag herinnert ons aan de eerste zaligheid van de mens. Deze dag is gewijd aan de herinnering van het paradijs, waarin Adam en Eva onschuldig en zalig leefden tot ze eruit werden gezet. De eerste mens kreeg in het paradijs een gebod van de Heer. “Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Genesis 2:16-17). Van iedere boom mogen eten symboliseert het zalige leven, en van één boom niet eten, dat in het midden van het paradijs staat, symboliseert het vasten. Het hemelse leven was voor Adam en Eva zalig, het goede leven, met de aanwezigheid van God. Er was niets wat de mens treurde. Integendeel ze leefden in de onuitputtelijke, eeuwige vreugde van de hemel aangezien ze de persoonlijke aanwezigheid van God genoten. Maar door te zondigen verloor de mens dat zalige leven dat ze in het paradijs genoot en begon te leven in het fysieke leven. Carnaval herinnert de mens aan zijn zalige staat. Het Grote Vasten laat de mens denken hoe die dit is kwijtgeraakt en wijst erop, door middel van wat en via welke weg die kan terugkeren. Wanneer wij een spiritueel leven willen leiden hebben wij meer tijd en energie nodig om te investeren in geestelijke daden maar ons alledaags leven staat dit niet toe. Aangezien de mens’ lichaam en geest onafscheidelijk is tot de dood, heeft alles wat effect heeft op het lichaam ook effect op de geest, en andersom. Tijdens de speciale dagen, waarin we ons voedsel verminderen en ons 9
10 Online Touch Home