16

Preek 28 februari 2021 “Luister aandachtig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.” – Jesaja 55:2 Vandaag is de derde zondag van het grote vasten, die ook wel de zondag van de verloren zoon wordt genoemd. Dit volgens de gelijkenis van de verloren zoon, verteld door onze Heiland, Jezus Christus. Het is de meest troostende en geruststellende gelijkenis in het hele evangelie. De zondag van de verdrijving, wanneer Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven, zou onze ziel in verdriet en wanhoop hebben achtergelaten als de gelijkenis van de verloren zoon niet was geweest, die Gods genade aan de mensheid verkondigt. De gelijkenis van de verloren zoon illustreert zowel het gedrag van onze zondaars jegens God als Zijn oneindige liefde en zorg voor ons. Het dient als voorbeeld voor de God-mens-relatie, zowel van het leven van een individu als van de hele mensheid. Deze gelijkenis laat zien wat God ons heeft gegeven, waar we de voorkeur aan geven, hoe geduldig Hij met ons is en hoe Hij ons weer in Zijn armen zal nemen. De gelijkenis van de verloren zoon heeft veel lagen. Elke zin onthult een gedachte. Het is een weerspiegeling van Gods plan. Het meest hoop gevende en mooie gedeelte is de benadering van de vader naar zijn kind, zijn vergeving, vrijgevigheid, goedgezindheid, zorg en aandacht voor zijn ondankbare, verloren, verkwistende, zondige zoon. 16 Khorhurd Mensen zijn verloren zonen, omdat ieder op zijn eigen manier naar God zondigt. De een ontkent God volledig en de ander accepteert Hem, maar gaat door met het bewust begaan van zonden. Weer een ander begaat onbewust zonden en de volgende zondigt uit zwakheid. Deze gelijkenis leert dat het soort zonde er niet toe doet. Alleen het berouwvolle hart, dat een grote horizon van hoop opent voor een zondig persoon, krijgt grote waarde. Op basis van deze gelijkenis bidt Gevork Skevratsi als volgt tot God: “Door jouw vriendelijkheid zal ik weer opstaan, door jouw menselijkheid zal ik bevestigd worden, door jouw genade zal ik sterk zijn, door jouw goedgezindheid zal ik worden aangemoedigd, door jouw vergevingsgezindheid zal ik worden beschermd, door jouw geduld zal ik herstellen, door jouw vaderlijke zorg zal ik herleven”. De verloren zoon, die de vaderlijke bezittingen verkwist had, die van de armoede uitgehongerd was, richtte zich tot zijn goede Vader. Maar de Vader kon niet wachten tot de zoon Hem zou benaderen, maar omhelsde hem met Zijn vaderlijke barmhartigheid, kuste hem en kleedde hem in fatsoenlijke kleren. De Vader straft de zoon niet omdat hij zo lang weg was en verwijt hem ook niet dat hij Zijn Vaderlijke

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication