13

zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. Aansporing tot zelfverloochening 24 Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. 25 Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. 26 Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. 28 Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. De verheerlijking op de berg 171 En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. 2 gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. 3 en Elia, die met Hem spraken. 4 En zie, aan hen verschenen Mozes Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, www.khorhurd.nl 13 het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. 5 hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! 6 bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd. 8 Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. 9 gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgestaan is uit de doden. 10 En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat Elia eerst moet komen? 11 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen. 12 Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze hebben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. 13 Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had. En Hij werd voor hun ogen van En toen zij van de berg afdaalden, Terwijl En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. 7 En Jezus kwam

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication