17

nemen van een of andere beslissing? Christus wacht op de reactie van onze ziel. Laten we de Heiland met geloof, nederigheid en vreugde in onze ziel aanvaarden, laten we onze wil onvoorwaardelijk in overeenstemming brengen met de heilige Wil van de Allerhoogste en ons leven overgeven aan Zijn zorgzame zorg. De Heer Jezus ging Jeruzalem binnen om de oudste en ergste vijand van de mensheid, de dood, te bestrijden. Hij ging Jeruzalem binnen om de dood van ieder van ons te bestrijden, en behaalde een glorieuze overwinning ten koste van Zijn heilig Bloed, in het licht van een wonderbaarlijke opstanding. Christus zou voor de hele mensheid vechten, voor ieder van ons, om ons onze mantel terug te geven die we verloren hadden door voor het verloren leven buiten de poorten van het paradijs te kiezen. Christus zou vechten om ons de onsterfelijkheid terug te geven die we verloren toen we de Bron van leven opgaven. Christus zou vechten om ons de grote eer van de menselijke schepping terug te geven waarvoor we geschapen waren, voordat we in de handen van het kwaad terecht kwamen. De weg naar het Koninkrijk der hemelen is open, het enige obstakel op die weg dat van tijd tot tijd voor ons opkomt, zijn wijzelf met onze vicieuze en zondige levens. Door redelijk en deugdzaam gedrag moeten we de Heer bewijzen dat Zijn gevechten en Zijn offers niet tevergeefs zijn geweest. We dragen dankbaar de hoge eer en roeping om de kinderen van de almachtige God te zijn. Evangelie: Mattheüs 20:29-21:17 29 Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde hem een grote menigte. 30 Men Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 31 snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 32 Jezus bleef staan, hij riep hen en vroeg: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ 33 Ze antwoordden: ‘Heer, open Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem. Intocht in Jeruzalem 211 Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2 Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3 onze ogen!’ 34 En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4 ‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’ De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7 6 Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8 Vanuit de Khorhurd 17 Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication