19

verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. 11 10 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. Het pesachmaal 12 Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen gaan treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ 13 Hij stuurde twee van zijn leerlingen op pad en zei tegen hen: ‘Ga naar de stad. Daar zal een man die een kruik water draagt jullie tegemoet komen; volg hem, 14 nengaat, moeten jullie tegen de heer des huizes zeggen: “De meester vraagt: ‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’” 15 bovenzaal wijzen, die al is ingericht en waar alles gereedstaat; maak daar het pesachmaal voor ons klaar.’ 16 de stad, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, kwam hij met de twaalf. 18 17 Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ 19 Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: ‘Ik ben het toch niet?’ 20 ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit Khorhurd 19 Maar hij zei tegen hen: De leerlingen vertrokken naar dezelfde kom eet. 21 Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ 23 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. 24 zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van Hij het verbond, dat voor velen vergoten wordt. 25 Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ 26 vertrokken ze naar de Olijfberg. en wanneer hij ergens bin22 Nadat ze de lofzang hadden gezongen, Hij zal jullie een grote

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication