0

KienhuisHoving informeert Oorlog in Oekraïne levert onvoorziene omstandigheid op De Raad van Arbitrage voor bouwgeschillen heeft op 25 augustus 2022 in een spoedbodemgeschil geoordeeld dat de oorlog in Oekraïne een onvoorziene omstandigheid oplevert. Dit biedt mogelijkheden voor aannemers om door de rechter de aannemingsovereenkomst te laten aanpassen, ook wanneer een beroep op kostenverhogende omstandigheden is uitgesloten! Overeenkomsten die zijn gesloten vóór oorlog in Oekraïne Sinds de oorlog in Oekraïne hebben zich extreme prijsstijgingen voorgedaan en zijn bepaalde bouwstoffen schaars. Partijen die nu een aannemingsovereenkomst sluiten moeten hier rekening mee houden en doen er verstandig aan om hierover afspraken te maken. Partijen die vóór de oorlog al een overeenkomst hadden gesloten, hoefden hier echter geen rekening mee te houden, waardoor de vraag is wie de prijsstijgingen moet betalen. Casus Opdrachtgever en aannemer hebben in 2020 een aannemingsovereenkomst gesloten. In de overeenkomst is bepaald dat de aanneemsom prijsvast is tot en met 31 december 2021 en dat daarna een indexering conform de BDB-index geldt. Paragraaf 47 UAV 2012 en artikel 7:753 BW, welke bepalingen zien op kostenverhogende omstandigheden, zijn uitgesloten. Nog voor de start van de bouw is er vertraging ontstaan. Opdrachtgever is op 24 februari 2022 een spoedbodemgeschil gestart en vordert onverkorte nakoming van de overeenkomst. De aannemer stelt onder meer dat door de oorlog in Oekraïne sprake is van onvoorziene omstandigheden, waardoor niet langer van haar verlangd kan worden dat zij tegen de oorspronkelijke aanneemsom het project bouwt. Oordeel arbiters Arbiters oordelen dat de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor (onder andere) de bouw, hebben te gelden als een van buiten komende extreme onvoorziene wijziging van omstandigheden welke naar objectieve maatstaven een verdere ongewijzigde uitvoering van de aannemingsovereenkomst voor de aannemer in redelijkheid niet langer verantwoord maakt. Dat artikel 7:753 BW en paragraaf 47 UAV 2012 zijn uitgesloten, doet hier niet aan af. Arbiters zijn van oordeel dat er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 6:258 BW. Deze bepaling houdt in dat de rechter op verlangen van één van partijen de gevolgen van een overeenkomst kan wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding Deze column is geschreven door: Marianne ten Feld, advocaat bouwrecht en aanbestedingsrecht. Haar e-mailadres is marianne.tenfeld@kienhuishoving.nl, haar telefoonnummer is 088 - 480 40 69. Bouwen in het Oosten 21 57 niet mag verwachten. Deze bepaling is van dwingend recht en kan dus niet worden uitgesloten in de overeenkomst. De vordering van opdrachtgever dat moet worden gebouwd tegen de oorspronkelijke (geïndexeerde) aanneemsom wordt afgewezen, hoewel de aannemer wel wordt veroordeeld om op korte termijn te starten met de bouw. Partijen moeten gaan overleggen over de vraag welke kostenverdeling redelijk en billijk is. Commentaar Deze uitspraak biedt aannemers een aanleiding om (opnieuw) het gesprek aan te gaan met hun opdrachtgever over de extreme prijsstijgingen, ook wanneer een beroep op kostenverhogende omstandigheden (art. 7:753 BW en par. 47 UAV 2012) is uitgesloten. De vraag is of deze uitspraak navolging krijgt in de rechtspraak en zo ja, welk deel van de prijsstijging in dat geval mag worden doorberekend aan de opdrachtgever. Voor vragen over prijsstijgingen in de bouw kunt u contact opnemen met Marianne ten Feld-Sprik, advocaat bouwrecht en aanbestedingsrecht.

1 Online Touch

Index

Home


You need flash player to view this online publication