10

10 CABAUW BOOD ONDERDAK AAN VOORTVLUCHTIGE JOODSE ROTTERDAMMER Het kleine huisje van de familie Ende in Cabauw bood tussen 1943 en de bevrijding in 1945 een veilig onderduikadres voor de avontuurlijke Izaac Brücker. Weinig mensen in het dorp zullen op de hoogte zijn geweest van de joodse achtergrond van de jonge twintiger, die zich Wim van Dijk noemde. Waarschijnlijk wist ook niemand dat hij voor zijn komst naar Cabauw tot driemaal toe op miraculeuze wijze was ontsnapt aan de greep van de Duitse bezetter en dat er een opsporingsbevel was uitgevaardigd. Platgebombardeerd De in 1919 geboren Rotterdammer was de zoon van de bekende kleermaker Mozes Brücker, die goedlopende modewinkels had in het centrum van Rotterdam. Op 14 mei 1940 werd het modemagazijn aan de Weste Wagenstraat platgebombardeerd. Moses verkaste naar Schiedam, waar hij opnieuw begon. En opnieuw succesvol. Zoon Izaac ontpopte zich in de eerste oorlogsjaren tot een slimme ondernemer: eerst verhandelde hij talkpoeder, later runde hij samen met compagnon Kurt Baruch een ceinturenfabriek in de Rochussenstraat. Ontsnapping Lange tijd ging het goed, totdat beiden eind 1942 werden verraden en voor de deur van hun fabriek werden gearresteerd. Het gezicht van Izaac werd totaal in elkaar geslagen. Kurt wist als eerste te ontsnappen. Ook Izaac rukte zich los van de Duitsers. In een ‘alles-of-niets’-poging sprong hij met volledig bebloed gezicht op de trede van een voorbijrijdende tram. Er werd nog op hem geschoten en daarbij werd niet hij maar een Duitse matroos dodelijk getroffen. In de dagen daarna verspreidde de Sichterheitspolizei een opsporings- en aanhoudingsbevel. ‘Bij hun aanhouding is grote voorzichtigheid geboden, daar zij zich gewelddadig zullen verzetten’, zo luidde het document 34 onderduikadressen In de maanden daarna was Izaac voortdurend op de vlucht voor de nazi’s. Hij verbleef in korte tijd op maar liefst 34 onderduikadressen. Tijdens een inval in Hellendoorn ontsnapte hij via een klein raampje op de bovenverdieping. In Heemstede werd de familie Brücker opnieuw gearresteerd. Tijdens het transport naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam sprong hij ter hoogte van muziekhandel Sachsioni samen met zijn vader uit de vrachtauto. In de zomer van 1943 kwam hij terecht in Cabauw. Eerst voor korte tijd bij boer Schep en daarna bij de familie Ende. “Op een gegeven moment wist hij dat er naar hem werd gezocht”, vertelt dochter Ellenroos Brücker. “Zijn zwager Richard van Dam, die ook in Cabauw ondergedoken zat, was opgepakt. Voor m’n vader werd het te heet onder de voeten. Hij is naar Maarssen gevlucht. Daar werd hij opgevangen door het echtpaar Vossestein, familie van de familie Ende. Daar heeft m’n vader een heel goede tijd gehad.” Op een gegeven moment werd echter duidelijk dat hij ook in Maarssen gezocht werd. Dat was voor Izaac reden om weer terug te gaan naar zijn onderduikadres in Cabauw. Izaac was veilig, maar het leven als onderduiker had wel z’n beperkingen. Ellenroos: “M’n vader las veel en deed ook allerlei huishoudelijke klussen. Maar het viel niet altijd mee. Maar wat moest je? Je kon geen kant op.”

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication