7

Verder wordt er van uitgegaan dat het tweede pijler pensioen de volgende elementen omvat: ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Samengevat zijn de volgende uitgangspunten te onderscheiden: · Alle werkenden zijn verplicht een tweede pijler pensioen op te bouwen bij een pensioenuitvoerder. · De keuze voor de pensioenuitvoerder ligt bij de werknemer. · Pensioenuitvoerders moeten deelnemers accepteren en voor deze deelnemers dezelfde premie hanteren. · De tweede pijler pensioenregeling voorziet in een ouderdomspensioen (OP), nabestaandenpensioen (NP) en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (PVAO). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de deelnemer spaart voor zijn ouderdomspensioen. Voor het nabestaandenpensioen kan gekozen worden voor opbouwbasis of voor risicobasis. Ten aanzien van de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van een systeem op risicobasis (zie figuur 2). · De deelnemer kan jaarlijks veranderen van uitvoerder. · De premie voor de pensioenregeling is fiscaal aftrekbaar en de uitkering is belast (box1). Anders dan in het zorgstelsel wordt hier bewust niet gesproken van verzekeraars, maar van uitvoerders. Het kunnen immers verzekeraars zijn, maar ook pensioenfondsen of andere door de wet toegestane vormen die de combinatie bieden van administratie, beleggen, risico dekken en andere zaken die spelen bij het aanbieden van pensioen. Zo kan de uitvoerder een deel van de werkzaamheden uitbesteden of herverzekeren. Een verkenning van een pensioenstelsel op basis van het zorgmodel 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication