13

6 STERFTEDATA EN MODELAANNAMES 6.1 Sterftedata Nederlandse en Europese sterftedata Het uitgangspunt voor het huidige model is het stochastische model zoals dat twee jaar geleden is geïntroduceerd. Dit betekent dat, naast de sterfte in Nederland, ook gebruik wordt gemaakt van gegevens over de sterfteontwikkeling in een aantal andere Europese landen. Vanaf 1970 is duidelijk waar te nemen dat de verschillen in sterftekansen tussen een aantal Europese landen afnemen. Daarnaast is een stijgende trend te zien in de ontwikkeling van de levensverwachting in deze landen. Zie hiervoor grafieken 1 en 2. Om deze redenen is ervoor gekozen de Nederlandse projectie mede te baseren op de ontwikkelingen in vergelijkbare Europese landen. Zo wordt voorkomen dat de prognose uitsluitend afhankelijk wordt van Nederlandse data waarin in het verleden mogelijk specifieke fluctuaties zijn opgetreden die niet noodzakelijk iets zeggen over toekomstige ontwikkelingen. De inschatting is dat de langetermijntoename van de levensverwachting in Nederland nauwkeuriger te voorspellen is door een bredere Europese populatie mee te nemen. Tevens is de verwachting dat de opeenvolgende prognoses ook stabieler zijn dan wanneer alleen uit zou worden gegaan van Nederlandse data. Europese sterftedata Het prognosemodel maakt gebruik van Europese sterftedata van landen waarvan het Bruto Binnenlandsproduct (BBP) boven het Europese gemiddelde ligt. Het BBP wordt gezien als een maat voor de welvaart in een land. Er is een positieve relatie tussen welvaart en ouder worden: hoe hoger het welvaartsniveau, hoe ouder men wordt. Nederland behoort tot de landen waar het welvaartsniveau hoog is en waar het BBP boven het Europese gemiddelde ligt. Op grond van dit criterium zijn de sterftedata van de volgende Europese landen meegenomen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Wanneer in het vervolg van deze publicatie Europa of West-Europa wordt genoemd, worden de hiervoor genoemde landen bedoeld. Ten opzichte van de Prognosetafel AG2014 zijn, naast het aanvullen met recente gegevens, twee wijzigingen in de data doorgevoerd. In plaats van alleen Engeland en Wales is er nu voor gekozen het Verenigd Koninkrijk als geheel mee te nemen. Het selectiecriterium is gebaseerd op landen in Europa met een boven gemiddeld BBP. Het BBP voor afzonderlijke landen binnen het Verenigd Koninkrijk is niet eenvoudig traceerbaar, maar het BBP voor het Verenigd Koninkrijk als geheel wel. Dit betekent een uitbreiding van de dataset met Noord-Ierland en Schotland, als onderdeel van het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast is ervoor gekozen de sterftecijfers van het voormalige Oost-Duitsland vanaf 1990 mee te nemen (omdat Oost-Duitsland vanaf dat moment onderdeel is van Duitsland). Door deze wijzigingen is de dataset vergroot, terwijl de gemiddelde waargenomen levensverwachting in de dataset iets is gedaald. Prognosetafel AG2016 Sterftedata en modelaannames 12

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication