18

2 Data 2.1 Data Nederland en Europa zijn input voor het Prognosemodel AG2022 Voor de vaststelling van de Prognosetafel AG2022 is gebruik gemaakt van de volgende data: 1. Nederlandse en Europese sterftedata op jaarbasis van 1970 tot en met 2019; 2. Nederlandse sterftedata op weekbasis van 2020 en 2021. De reden dat opnieuw sterftedata van landen met een vergelijkbare welvaart als Nederland zijn gebruikt, is tweeledig. Allereerst bestaat er een positieve correlatie tussen welvaart en ouder worden Daarnaast laat de periodelevensverwachting in deze landen decennialang een vergelijkbare stijgende trend zien. Zie hiervoor de grafieken 2.1 en 2.2. De inschatting is dat de langetermijntoename van de levensverwachting in Nederland nauwkeuriger en robuuster te voorspellen is door een bredere Europese populatie mee te nemen. Door de toevoeging van de Europese sterftedata neemt namelijk het aantal waarnemingen toe van ruim 0,1 miljoen overlijdensgevallen per jaar in Nederland tot ruim 2,6 miljoen overlijdensgevallen per jaar in de geselecteerde Europese landen. De COVID-19-pandemie heeft in de jaren 2020 en 2021 tot hogere sterfte geleid in Nederland en in de geselecteerde Europese landen. Dit afwijkende sterftepatroon heeft geleid tot een modelaanpassing zoals in hoofdstuk 1 is besproken. Deze modelaanpassing vroeg om andere data dan tot op heden gebruikt. Er is voor de jaren 2020 en 2021 gebruik gemaakt van de Nederlandse sterftedata per leeftijd op weekbasis. pagina 18 / 80 Prognosetafel AG2022 | Data

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication