Onder de toepassing van Kannisto per prognosejaar is er een duidelijke limiet voor de levensverwachting die vooraf bekend is: we weten immers naar welke limietwaarden de sterftekansen convergeren (zie ook Appendix B). Onder de nieuwe sluitingsmethodiek convergeert de levensverwachting niet meer naar een limiet. Vervolgens kijken we naar de betrouwbaarheidsintervallen. We zoomen in op de leeftijden waar de sluitingsmethodiek directe impact heeft (voor leeftijden boven 90 jaar): Cohortlevensverwachting - mannen - 90 jaar 10 15 20 25 30 0 5 2020 2220 2420 2620 2820 AG2020 (Kannisto) AG2022 (nieuwe sluiting) 10 15 20 25 30 0 5 2020 2220 2420 2620 2820 AG2020 (Kannisto) AG2022 (nieuwe sluiting) Grafieken 3.10 – Cohortlevensverwachting onder Kannisto per prognosejaar vs nieuwe sluiting (incl. betrouwbaarheidsinterval) De grafieken 3.10 laten zien dat onder de nieuwe sluitingsmethodiek de betrouwbaarheidsintervallen niet in omvang afnemen. We concluderen dat de nieuwe sluitingsmethodiek niet de onwenselijke eigenschappen heeft die we wel zien bij toepassing van Kannisto per prognosejaar: er is niet langer een omslagleeftijd, dus voor alle leeftijden dalen de sterftekansen over de tijd en de levensverwachting kent geen vooraf bekende limiet, waardoor de betrouwbaarheidsintervallen niet smaller worden over de tijd. 3.3 Gevonden parameterwaarden voor leeftijdseffecten In de volgende grafieken 3.11 laten we de leeftijdseffecten zien, inclusief de leeftijdseffecten voor de leeftijden boven 90 jaar, die volgen uit het Li-Lee-model, de COVID-19-modellering en de nieuwe sluitingsmethode. De doorgetrokken delen van de curves zijn de geschatte waarden voor de leeftijden tot en met 90 jaar, de onderbroken delen tonen de extrapolaties. Deze leeftijdseffecten blijven onveranderd over de tijd. Cohortlevensverwachting - vrouwen - 90 jaar pagina 36 / 80 Prognosetafel AG2022 | Het Prognosemodel
37 Online Touch Home