7

PROGRAMMA FOKWAARDEN KWPN KAMPIOENSCHAP DRIEJARIGE MERRIES (onder voorbehoud van wijzigingen) 08.00 uur: Selectie driejarige springmerries (hoofdterrein) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 ,15, 16, 17 ,18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 09.00 uur: Vrij springen driejarige springmerries (Amaliahal) 09.00 uur: 09.50 uur: 10.35 uur: 10.40 uur: 11.25 uur: 12.10 uur: Groep 1: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Groep 2: 8, 9, 10, 11, 12, 13 Slepen Groep 3: 14, 15, 16, 17, 18, 19 Groep 4: 20, 21, 22, 23, 24, 25 Einde 12.25 uur: Finale driejarige springmerries (hoofdterrein) Aansluitend: Prijsuitreiking 13.00 uur: Selectie driejarige dressuurmerries (hoofdterrein) 13.00 uur: 13.25 uur: 13.50 uur: 14.10 uur: 14.30 uur: 14.50 uur: Groep 1: 26, 31, 36, 41, 46, 51, 56 Groep 2: 27, 32, 37, 42, 47, 52, 57 Groep 3: 28, 33, 38, 43, 48, 53 Groep 4: 29, 34, 39, 44, 49, 54 Groep 5: 30, 35, 40, 45, 50, 55 Einde 15.00 uur: Finale driejarige dressuurmerries (hoofdterrein) Aansluitend: Prijsuitreiking 15.45 uur: Selectie driejarige tuigpaardmerries (hoofdterrein) 15.45 uur: 16.10 uur: 16.35 uur: 17.00 uur: Groep 1: 61, 64, 67, 70, 73, 76, 79, 80 Groep 2: 62, 65, 68, 71, 74, 77, 82 Groep 3: 63, 66, 69, 72, 75, 78, 81 Einde 17.10 uur: Finale driejarige Gelderse merries (hoofdterrein) 58, 59, 60 Aansluitend: Prijsuitreiking 17.25 uur: Finale driejarige tuigpaardmerries Aansluitend: Prijsuitreiking Iedere prestatie van een paard kan worden gezien als een optelsom van aanleg (genetische aanleg van het paard) en omgevingsinvloeden (training, ruiter, gezondheidszorg, etc.). Voor de fokkerij gaat het om de genetische aanleg, want alleen dat wordt doorgegeven aan de nakomelingen. De genetische aanleg van een paard kan niet simpelweg gemeten worden maar moet worden geschat. Een fokwaarde is de schatting van die genetische aanleg. Het KWPN berekent fokwaarden voor de kenmerken dressuur, springen, aangespannen sport en exterieur. Verwachtingswaarde (VW) of Stamboomindex (SI3 / SI2) Bij de berekening van fokwaarden worden drie verschillende groepen informatie gebruikt: informatie gemeten aan de ouders van paard (incl. alle familieleden) informatie gemeten aan het paard zelf en informatie gemeten aan de nakomelingen. Soms is van een paard alleen ouderinformatie bekend. Dit is altijd het geval bij paarden die jonger zijn dan drie jaar maar kan ook nog gelden voor paarden die ouder zijn. In dergelijke gevallen is de fokwaarde van een paard noodgedwongen gebaseerd op alleen ouderinformatie. Een dergelijke fokwaarde wordt ook wel verwachtingswaarde (VW) genoemd. De verwachtingswaarde van een paard is het gemiddelde van de fokwaarden van de vader en de moeder. Als blijkt dat ook van de moeder geen fokwaarde bekend is dan kan worden teruggevallen op de stamboomindex. Met behulp van de fokwaarden van vader, moedersvader en moedersmoedersvader wordt dan de genetische aanleg van het paard (de fokwaarde) ingeschat. We spreken dan van een stamboomindex over drie generaties (SI3). Is van moedersmoedersvader geen fokwaarde bekend dan wordt een stamboomindex over 2 generaties berekend (SI2). Het kan ook voorkomen dat paarden geen verwachtingswaarde of stamboomindex hebben. Dit is meestal het geval bij paarden die afstammen van buitenlandse ouders, waarvan het KWPN geen of weinig data heeft, zodat het uitrekenen van een fokwaarde onmogelijk is. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid, die bij iedere fokwaarde wordt afgedrukt, is een maat voor de hoeveelheid informatie die beschikbaar is. Is weinig informatie beschikbaar dan blijft de betrouwbaarheid van de fokwaarde laag, is veel informatie beschikbaar dan ligt de betrouwbaarheid op een hoger niveau. Zo zal bij een paard dat zelf gaat presteren informatie worden toegevoegd aan de ouderinformatie die al beschikbaar was. Nog weer later kunnen de nakomelingen van het paard informatie toevoegen. Van de ouders van buitenlandse paarden is bij het KWPN meestal geen informatie beschikbaar. Dergelijke paarden starten dus met een “informatie-achterstand” en hun fokwaarden blijven daarom aanvankelijk wat dichter bij 100 punten. De door verschillende stamboeken gehanteerde fokwaarden zijn niet vergelijkbaar. 8 9

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication