LONG ALLIANTIE NEDERLAND & LONGFONDS In dit boek staan indrukwekkende persoonlijke verhalen van mensen die door hun werk een longziekte hebben gekregen. Het is een hard gelag om te moeten ervaren dat je door je beroep of werk, waarvoor je je jarenlang met veel energie hebt ingezet, zo ziek wordt dat je niet meer kan werken en afhankelijk wordt van een uitkering. Hier kies je niet voor; het overkomt je. Het voelt dan extra zuur als de uitkering gering is en soms maar net genoeg om van rond te komen. De vraag die vaak wordt gesteld is of we in Nederland, net als in Duitsland en België, een zogenaamd risque professionel verzekering in moet voeren. Mensen die ziek worden door arbeidsgerelateerde omstandigheden kunnen dan een hogere uitkering krijgen. De hoofdreden dat we in Nederland geen risque professionel kennen, is dat er in ons land brede politieke consensus is dat er geen onderscheid moet worden gemaakt in de hoogte van de uitkering aan de hand van de reden waardoor je arbeidsongeschikt bent geworden. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het helemaal niet eenvoudig is om duidelijk aan te geven of iemand door het werk of door andere oorzaken ziek of arbeidsongeschikt is geworden. De Sociaal Economische Raad (SER) die de regering adviseert over het stelsel van gezond en veilig werken stelt dat het maken van onderscheid tussen risque professionel en risque social een fundamentele breuk met ons (solidariteits)stelsel van sociale zekerheid zou betekenen. De mogelijke voordelen wegen niet op tegen de nadelen. Bovendien zal een onderscheid in risico’s door complexe regelgeving en bezwaarschriftenprocedures leiden tot onnodig veel bezwaar- en beroepsschriften en hoge administratieve lasten. Het CDA is het met de SER eens. Maar dat betekent niet dat er geen oplossing moet worden gezocht voor mensen die overduidelijk door hun beroep ziek zijn geworden, zoals bij veel longaandoeningen het geval is. In de zoektocht naar een oplossing laat minister Asscher momenteel, op verzoek van de Tweede Kamer, onderzoeken of er een onafhankelijke instantie 36 kan worden opgericht die een geschil over beroepsziekte beoordeelt en die ook een uitspraak doet over de zorgplicht en de schade. Over de uitkomsten van dit onderzoek en de te nemen vervolgstappen zal in de Kamer nog een uitvoerig debat plaatsvinden. Inzet voor het CDA is dat werknemers die overduidelijk ziek zijn geworden door hun werk, sneller dan nu en met zo weinig mogelijk administratieve rompslomp, hun schade moeten kunnen verhalen op werkgevers die tekort zijn geschoten in hun zorgplicht. Het CDA vindt het ten slotte belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan preventie, zodat beroepslongziekten zoveel mogelijk worden voorkomen. Werkgevers moeten hun werknemers zo goed mogelijk beschermen tegen de risico’s van gevaarlijke stoffen, door hen goed te informeren en werknemers beschermende middelen te geven, zoals maskers of beschermende kleding. Hiertoe zijn ze al verplicht op grond van (arbo)wetgeving, maar dat wil helaas niet zeggen dat dit ook altijd gebeurt. Handhaving van regelgeving door de inspectie is en blijft daarom hard nodig. Verder zou het goed zijn als er in het beroepsonderwijs meer aandacht wordt gegeven aan het werken met gevaarlijke stoffen, zodat leerlingen zich al vroeg bewust zijn van de mogelijke risico’s en daarnaar handelen door beschermingsmaatregelen te nemen als dat nodig is. PIETER HEERMA Tweede Kamerlid CDA
37 Online Touch Home