39 Landschap Noord-Holland je er ook voor dat veenmos en moerasplanten weer kunnen groeien en op hun beurt CO2 kunnen opslaan. En omdat de vertering van plantenmateriaal, waarbij CO2 vrijkomt, onder water veel trager gaat dan in een bos, slaat veen uiteindelijk per saldo meer CO2 hectare dan bos.’ Geen wonder dat de (inter)nationale belangstelling voor veen als CO2 -opslagmethode groot is. Alleen is er nog verrassend weinig bekend over de relatie tussen veen en klimaat. Onno legt uit: ‘We weten dat laagveen ontstaat uit plantenresten die in natte, zuurstofarme omstandigheden niet volledig worden afgebroken. En we weten ook dat op een natte ondergrond het kieskeurige veenmosplantje goed gedijt en zo veengroei ontstaat. Maar hoe we deze situaties optimaal kunnen creëren voor CO2 -opslag, dat is onderwerp van onderzoek.’ En dat is nou precies wat er op het Ilperveld gebeurt. Pionieren met veen Niet voor niets hier, want in dit 660 hectare grote veengebied sloeg ecoloog en oud-collega van Onno, Bas van de Riet, zes jaar geleden kleinschalig aan het pionieren met veenontwikkeling. Hij haalde een voedselrijke bovenste grondlaag weg en plantte er veenmos. ‘Dat bleek succesvol; het veenmos vermeerderde zich zelfstandig onder de juiste omstandigheden,’ vertelt Onno. ‘Tot de droge zomers van 2018-2020; daar bleek het veenmos niet tegen bestand. Maar zo leerden we wél hoeveel water, welke waterkwaliteit en zuurgraad er nodig zijn om veenmos te laten groeien!’ Die resultaten smaakten naar meer. Het onderzoek werd uitgebreid naar andere manieren om veen te laten groeien; laagveen op basis van plantenresten van riet in een natte omgeving, bijvoorbeeld. ‘Deze vorm van veengroei gaat een stuk sneller dan het langzaam groeiende en gevoelige veenmos,’ legt Onno uit. ‘Maar het heeft als nadeel dat er relatief veel uitstoot van het broeikasgas methaan bij komt kijken. Des te belangrijker dat we alle mogelijkheden onderzoeken en afwegen.’ op per VIP NL Geen wonder dat inmiddels ook kennisinstellingen als Wageningen University & Research, Universiteit van Amsterdam, Alterra en B-Ware zijn aangehaakt. Waar het waterbeheer betreft zijn natuurlijk het hoogheemraadschap en omliggende gemeenten onmisbare partners. En omdat veel veenweidegebied agrarisch verpacht is, doen ook Agrarische Natuur Vereniging Water, Land & Dijken en boeren mee. Zo wordt er met hen gekeken welke vormen van natte teelt (zogenaamde ‘paludicultuur’) mogelijk en rendabel zijn in drassige omstandigheden. En ook veengebieden elders in Nederland zijn aangesloten, zodat kennis en resultaten direct een groter bereik hebben. Onder de vlaggen van het Veen Innovatie Programma Nederland (VIP NL), Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP VP) en het programma Amsterdam Wetlands worden de komende jaren onderzoeksprojecten, business cases en beheerplannen opgesteld en gedeeld. Met als doel om veenweidegebieden multifunctioneel in te zetten en met als gemeenschappelijke deler: CO2 -opslag in veen. Opschalen ‘Eigenlijk harstikke mooi dat het projectje destijds van collega Bas is uitgegroeid tot zo’n groots, landelijk programma,’ vervolgt Onno. ‘Het is wel even wennen dat er opeens groepen onderzoekers door het veld lopen en dat er links en rechts snuffelpalen en watermeters opduiken. Ook lopen beslissingen en beheer nu langs veel meer schijven. Maar het is enorm leerzaam allemaal.’ En de komende jaren verschijnen er nog meer proefvelden in het Ilperveld; het onderzoeksterrein wordt opgeschaald naar 50 tot 100 hectare. ‘Ik ben er trots op dat we met een relatief kleine organisatie zo’n grote beweging in gang hebben gezet en dat we een concrete bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Een mooi voorbeeld van werken mét de natuur.’
40 Online Touch Home