28

Rechtmatigheid als het om participatie gaat, komt al snel de term verdringing naar boven. een moeilijk begrip dat nog niet scherp omlijnd is. De discussies zijn bekend: een betaalde beheerder van een sporthal wordt ontslagen en vervangen door een vrijwilliger die moet participeren. Cliëntenraden kunnen hier alleen alert op zijn en de signalen voortdurend voorleggen aan de gemeenteraad. Het blijkt dat consulenten toch aardig goed kunnen inschatten of mensen echt een kans maken of niet Het punt bij cliëntenraden is vaak, zo signaleert Sol ook, dat ze zich weinig of niet focussen op re-integratie, maar vooral op rechtmatigheidsvragen. krijgt iemand een uitkering? Hoe hoog? Wat is de boete bij fraude en is dat terecht? Hoe wordt iemand bejegend? terwijl ook re-integratie heel duidelijk tot hun takenpakket behoort. ‘Cliëntenraden dreigen dan lastige discussies op hun bord te krijgen. op welke groepen focussen ze zich wel en op welke niet. Het klopt dat het moeilijk is. Maar helemaal laten liggen, dat kan gewoon niet meer. We zien ook dat gemeenten steeds meer geïnteresseerd zijn in re-integratievraagstukken. Ze zullen ook wel moeten, want ze moeten dat participatie-gedeelte echt wel vorm geven.’ Effectief alleen met het beter beschrijven van de doelgroep is er nog geen oplossing bereikt. er moet meer kennis komen over wat werkt en wat mensen kan helpen in het proces van re-integratie. ‘We hebben twee jaar lang duizend mensen gevolgd. We zien dan dat het logisch is dat er zoveel tegenstrijdige uitkomsten van toeleiding naar arbeid zijn, omdat niet elke interventie 28 bij elke groep personen werkt. Cliëntenraden willen ook graag weten: wat moeten we doen om een groot aantal cliënten te plaatsen. Wat werkt voor wie?’ om zicht te krijgen op wat er in bedrijven gebeurt en wat echt werkt, zijn verschillende bedrijven gevolgd. Het blijkt dat re-integratiebedrijven die dicht op de werknemer en werkgever zitten en gebruik maken van instrumenten die gericht zijn op de werkgever (proefplaatsingen en dergelijke) succesvoller zijn. Daardoor ontstaat vertrouwen bij werkgevers en kunnen ze iemand langer ‘uitproberen’ dan één keer bij een sollicitatiegesprek. ‘Mensen worden dan niet meer een onderdeel uit een minderheidsgroep, maar echte personen. Die gaan leven voor werkgevers en dan ontstaat er ruimte. er is nog een andere aanpak. Dan ben je heel selectief aan de poort. Je kiest de mensen uit waarvan je denkt: dat wordt wel wat en de rest geef je minder instrumentarium. Het voordeel is dat je een snelle doorstroom hebt, weinig instrumenten in hoeft te zetten. Maar het nadeel is dat je de zwakste personen laat zitten. Je kan over die laatste strategie veel zeggen, maar het blijkt dat consulenten toch aardig goed kunnen inschatten of mensen echt een kans maken of niet. Het punt is dat ook die zwakkere personen met de juiste aanpak echt wel mogelijkheden hebben op de arbeidsmarkt. Maar dat betekent wel dat consulenten zich extra moeten inspannen om hen aan het werk te krijgen.’ Boetes De problemen van de mensen die met re-integratie te maken krijgen, zijn niet altijd een-dimensionaal, stelt Sol. vaak speelt er een multi-problematiek mee. bedrijven die zich echt in deze personen willen verdiepen zien dan dat dit niet wandelende schuldenproblemen zijn, maar dat er door toeleiding naar arbeid oftewel re-integratie andere problemen opgelost of verminderd worden. als cliëntenraden dat beter tussen de oren bij gemeenten kunnen brengen, dan zijn ze spekkoper.

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication