11

in de praktijk ging het nog vooral om seksuele intimidatie.” Verder kregen de statuten een update: er kwam een gedragscode en een Commissie van Toezicht. Ook werd er nog meer ingezet op certificeren en accrediteren, onder andere met de komst van het Kiwa en het CRP. “Dat laatste was wel een moeilijke klus”, zegt hij. “Ik heb er nachten van wakker gelegen. Nu speelt het nog, toch Margriet?” Die knikt. Het geeft wel aan dat voorzitterschap vaak iets is van de lange adem en dat niet alle zaken zomaar in één of twee termijnen geregeld kunnen worden. Niet voor niets is de lengte van een voorzitterstermijn verschoven van twee naar vier jaar, maar tegelijkertijd is er nu ook een maximum aan het aantal termijnen gekomen. Waar Leo als eerste mannelijke voorzitter zijn best deed om mannen in de branche te enthousiasmeren en activeren, richtte zijn opvolger Margriet zich vanuit haar eigen achtergrond veel op externe vertrouwenspersonen. “Dat paste in het tijdsbeeld. Toen Leo mij vroeg of ik hem wilde opvolgen, was dat net ten tijde van #MeToo, dat vond ik een mooi moment voor de vereniging om door te pakken. Ik wil vertrouwenspersonen echt verankeren in organisaties, dit leek me daar een mooi momentum voor!” Oprichter Petra: “Mooi hé? Je ziet echt de verschillende fases van start, inhoudelijke groei en het professionaliseren van de vereniging. Ieder heeft z’n rol gehad en een eigen taak.” U Het voorzitterschap is door de jaren heen wel veranderd, geven de vijf aan. “Een grote verandering is dat ik nu steun heb aan een verenigingsmanager en kan leunen op MOS voor de ledenadministratie en dergelijke”, zegt Margriet. Leo: “En met ruim 1000 leden is er meer geld dan in het begin. Dat werkt ook heel anders hoor, als voorzitter. Petra heeft meer het wiel uit moeten vinden.” Petra knikt. “Bij ons lag er al iets, maar elke tijd heeft eigen uitdagingen”, zegt Anne. In de tijd van Anne was dat bijvoorbeeld het opzetten van een basistraining waar iedere vertrouwenspersoon toegang toe heeft en het accrediteren van deze en andere opleidingen. Dat leidde haast tot een ledenopstand, want diverse leden wilden meer inspraak in het accreditatieproces. “En daarnaast: door de certificering die de vereniging bood, groeide de belangstelling. Daarom hebben we aangegeven dat ieder lid een bepaalde opleiding moest hebben”, vertelt ze. “Dat stuitte op weerstand bij mensen die al lang lid waren. Uiteindelijk kwam er een soort generaal pardon. Al met al was het allemaal best ingewikkeld om het in goede banen te leiden.” Leo kon voortborduren op wat Anne had opgezet, maar kreeg tijdens zijn voorzitterschap weer met andere zaken te maken. “Sport, zorg en onderwijs waren sectoren waar wat ‘achterstallig onderhoud’ was. Daar heb ik vol op ingezet. Tegelijkertijd kwamen er ook steeds meer externe vertrouwenspersonen. Er ging zelfs een gerucht dat ‘de externen’ zich niet gehoord voelden binnen de vereniging en zich wilden afsplitsen. Dat is uiteindelijk niet gebeurd, maar met alles hieromheen heb ik veel moeite gehad tijdens mijn voorzitterschap.” A Weerstand van buitenaf kunnen de voorzitters zich niet echt voor de geest halen. “Al vind ik het wel heel jammer dat het ministerie van Sociale Zaken in het begin weinig coöperatief was”, zegt Petra. “Terwijl juist het werk van vertrouwenspersonen volgens ‘ Vertrouwenspersoon wordt nu echt als vak gezien’

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication