25

Column commissie Zorg Onder druk “Ik heb er stress van en ben vermoeid.” De verzorgende leunde op de tafel, haar houding straalde de vermoeidheid uit en haar handen bewogen onrustig boven de tafel. Haar verhaal kwam mij als vertrouwenspersoon niet onbekend voor. De hoge werkdruk in de zorg is een onderwerp waar veel medewerkers in de thuiszorg mee te maken hebben. De verzorgende vertelde over zieke collega’s, alle keren dat zij gebeld werd om extra diensten te draaien, over de ‘rondjes’ langs de cliënten die te kort of te lang waren. En de ‘rondjes’ die zo ingericht waren dat zij in een veel te korte tijd grote afstanden tussen de cliënten moest overbruggen, waardoor zij te laat bij de cliënten was. De werkdruk op zich was niet waar de medewerker het meest last van had. Het gevoel van onder druk staan was veel groter. Meerdere keren was de verzorgende hierover al in gesprek gegaan met iemand van de planning of haar leidinggevende. De gesprekken waren niet altijd plezierig verlopen en hadden in ieder geval niet geleid tot structurele verandering. Ook het feit dat zij besproken had dat de Arbeidstijdenwet vaak fors overschreden werd, had niet het gewenste effect gehad. In het eerste gesprek heb ik als vertrouwenspersoon vooral geluisterd en doorgevraagd. Wat speelt er nu echt? De werkdruk in de zorg kan ik als vertrouwenspersoon helaas niet oplossen en ondersteuning bij dit probleem valt ook niet onder mijn werkgebied. Bij doorvragen bleek echter dat met name het gevoel dat er keer op keer druk op haar gezet werd een knelpunt te zijn. De verzorgende voelde niet de mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen tegen de vraag om een extra dienst te doen. Zelfs als zij aangegeven had niet extra te kunnen werken, waardoor de spanning die zij ervaarde alleen maar toenam. “Als jij niet werkt, moet je collega het doen” of “Als jij niet kan, is er niemand” werd er dan gezegd. Ook als er feedback op de indeling van het werk werd gegeven werd er (voor haar gevoel) niet naar haar geluisterd. In het gesprek werd het mogelijk het gegeneraliseerde gevoel van onder druk staan in kaart te brengen. Het werd duidelijk dat er gedurende langere tijd over haar grenzen heen werd gegaan, zelfs wanneer zij deze duidelijk aan had gegeven. De verzorgende voelde zich klem zitten tussen begrip voor de planning, verantwoordelijkheidsgevoel naar de cliënten en schuldgevoel naar haar collega’s. De wijze van communicatie zat haar dwars en ze voelde zich geïntimideerd tot een punt waar de gevolgen hiervan een effect op haar gezondheid kregen. Door over haar ervaringen te praten, veranderde het gegeneraliseerde gevoel van onder druk staan in een heldere boodschap. In een tweede gesprek hebben we onderzocht welke stappen mogelijk waren om uit de impasse te komen. Uiteindelijk heeft de verzorgende besloten zelf nogmaals het gesprek aan te gaan met haar leidinggevende en de planner. Gelukkig heb ik nog een terugkoppeling gehad: het gesprek was goed verlopen. Het uitspreken van de effecten van de communicatie heeft geleid tot begrip. Er zijn een aantal praktische zaken afgesproken en is er toegezegd dat er toezicht komt op het naleven van de Arbeidstijdenwet. Als vertrouwenspersoon is het niet altijd mogelijk om bij te dragen aan de oplossing voor achterliggende oorzaken. Soms is het voldoende om goed te luisteren en ondersteuning te geven bij het verwoorden van wat er speelt en kunnen de omstandigheden waarin dit mooie werk in de thuiszorg gedaan wordt, wel verbeterd worden. Francine Prak is vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen en integriteit

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication