49

M ‘B Theo de B ‘M aan ec t “Ik ben bij vrijwilliger bij de helpdesk geworden, om mijn ervaring en kennis ten dienste te stellen aan collega-VP’s. Eigenlijk ben ik een soort vraagbaak voor allerhande vragen op het gebied van de vertrouwenspersoon. Ik krijg vragen op het gebied van klachtbehandeling, rol en positie van de vertrouwenspersoon, wettelijke regelingen, bevoegdheden van vertrouwenspersonen, grenzen van de rol van de vertrouwenspersoon, de relatie met de opdrachtgever en de vertrouwenspersoon in een vrijwilligersorganisatie. Het mooie is dat het een wederzijds proces is, omdat ik ook leer van de vragen en informatie krijg over wat er speelt in de dagelijkse praktijk. Soms moet ik ook eerst iets uitzoeken voordat ik een persoon op weg kan helpen en dat brengt mij weer nieuwe kennis. De betrokkenen geven naderhand aan echt geholpen te zijn. Ze kregen nieuwe input of een andere kijk op de kwestie waarmee ze zelf verder aan de slag konden. Een case waar ik trots op ben is bijvoorbeeld de kwestie van een interne vertrouwenspersoon die in een lastige positie terecht was gekomen tussen haar eigen leidinggevende en een melder in. Deze vertrouwenspersoon heb ik geholpen hoe ze haar rol en positie terug kon ‘veroveren’, zodat zij én haar eigen functie én de rol van de vertrouwenspersoon weer goed kon uitoefenen.” de he mij sc v pr “Een goed functionerende vereniging vraagt om betrokkenheid en inzet van de leden. Anderzijds hebben leden verwachtingen van de vereniging in de ondersteuning en professionalisering van de functie van vertrouwenspersoon. Om die reden ben ik de helpdesk mee gaan bemensen. Persoonlijk stimuleert het je extra om alle inhoudelijke en wettelijke ontwikkelingen in het vak goed te volgen. Mijn inzet voor de helpdesk houdt mij daarnaast scherp en verruimt mijn eigen professionaliteit. Bij de vereniging komen een grote diversiteit aan vragen binnen die niet direct te beantwoorden zijn door het verengingsbureau. We zijn een vereniging met een kleine betaalde staf en voor een goede beantwoording is inhoudelijke expertise nodig. De vragen hebben veelal te maken met de positie en rol en taakopvatting van de vertrouwenspersoon zelf. Het gebeurt ook dat organisaties vragen stellen over het ‘inrichten’ van de functie van vertrouwenspersoon. Voor inhoudelijke casuïstiek verwijzen we naar de intervisiegroep waar de vertrouwenspersoon aan deelneemt. Een greep uit de vragen: • Wanneer kan ik een signaal afgeven aan de bestuurder over ongewenst gedrag in een organisatieonderdeel en waar moet ik rekening mee houden? • Wanneer kan ik geheimhouding doorbreken? • Welke verplichtingen heeft een sportvereniging inzake voorkomen en signaleren van ongewenst gedrag? • Mag de werkgever weigeren dat de vertrouwenspersoon aanwezig is bij een gesprek met een medewerker? • Is een bedrijf verplicht een vertrouwenspersoon aan te stellen? • Welke kwaliteitseisen gelden er voor een vertrouwenspersoon? • Is het wenselijk een interne of externe vertrouwenspersoon aan te stellen?

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication