53

Die rare knik in de nek was de volgende morgen verdwenen en de kater koekeloerde duidelijk helderder om zich heen. De hoge bloedwaarden waren gehalveerd en Dexter wilde zowaar wat eten. Ik belde met Henk en stelde hem op de hoogte van de hoopgevende vordering. “Ik heb de motor verkocht, dus ik heb geld om de behandeling te bekostigen”, meldde hij. Ik schrok daarvan. Dat had toch niet gehoeven, we hadden ook een regeling kunnen treffen? Maar nee, de vorige ernstig zieke kat was ondanks een behandeling bij de dierencardioloog gesneuveld en dat had meer dan duizend euro gekost. Daar hadden ze tijden krom voor gelegen en dat wilde Henk per sé niet weer. Dan die andere liefhebberij maar opofferen… Weer een dag later had Dexter genoeg van de infuusslangen aan zijn lijf en dus begon hij die zelf te verwijderen. De bloedwaarden waren nu bijna binnen de norm zodat het me verstandig leek het infuus dan zelf maar af te koppelen. Met een pakketje nierdieet ging de patiënt naar huis. Terwijl hij op de praktijk zo’n progressie vertoonde, ging ie thuis rare buitelingen maken. “Dit is niet goed”, hoor ik Henk nog zeggen… Onderwijl gingen we speculeren over de oorzakelijke factor. Ik opperde dat ik een dergelijk beeld kende van een hond die koelvloeistof had binnengekregen. Toen ging bij Henk een lichtje branden. Hij had in de garage ook dat goedje gemorst. En hij vond het al zo raar dat Dexter de zolen van zijn schoeisel had zitten aflikken. Dat spul is zoetig en dus aantrekkelijk. En een kat is nóg gevoeliger voor vergiftiging met koelvloeistof dan een hond. Dat moest haast de oorzaak wel zijn! Rigoureus als Henk is, verdwenen de sloffen in de container… De volgende dag ging het gelukkig alweer veel beter met onze patiënt. Als nazorg bedacht ik een speciale therapie. Alcohol werkt namelijk als tegengif bij ethyleenglycolvergiftiging. Aangezien Henk nagenoeg niet drinkt voorzag ik hem van een klein flesje zoet huppelwater met het hoogste promillage dat ik in onze eigen kelder kon vinden. “Tweemaal daags een neut”, aldus mijn recept. Met een spuitje lukte het prima om de kat dat in het bekkie toe te dienen. Thans maakt Dexter het gelukkig weer uitstekend. “Eigenlijk zelfs beter dan voorheen!”. Of ik het restant van de borrel terug wilde? Van mij mocht Henk die zelf opdrinken. Met mate(n), hè. Uiteraard, want hij is ‘toch zeker Gekke Henkie niet!’ © Juni 2020 menno@bistedokter.nl MANDEGUOD 51

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication