43

april 2021 43 Wat we verder leerden is dat daar uitsluitend manlijke dieren, stieren, rondzwemmen. De vrouwelijke potvissen vertoeven groepsgewijs in warmer water, meest rond de evenaar. Samen met hun kroost dat ze tot wel twee jaar zogen. Ook daarna blijven de jongen nog langere tijd in de groep. De wetenschappelijke naam van de potvis is Physeter macrocephalus, letterlijk ‘spuiter met een grote kop’. De hoekige vorm van die grote kop is de reden van de Nederlandse benaming. Specifiek voor deze tandwalvis is de smalle onderkaak met tanden. Deze zeezoogdieren worden bijzonder groot, vrouwelijke exemplaren zo’n 10­12 meter, stieren daarentegen kunnen wel 18 meter lang worden en tot 50 ton wegen! Als de jonge stieren uit de groep worden verstoten, trekken ze naar visrijke, arctische wateren. Eigenlijk gaan ook zij op safari boven de poolcirkel! Veelal verblijven ze daar in groepen, of ze trekken in de winter weer zuidwaarts. Pas rond hun 18de jaar zoeken ze een partner, waarvoor ze in ieder geval weer naar het zuiden moeten. Tijdens die trektochten kunnen ze in de Noordzee terecht komen. Daar is het veel te ondiep voor ze en lopen ze het risico te stranden. Eenmaal gestrand liggen ze op hun zij en zijn ze reddeloos verloren door hun enorme gewicht… Het is onduidelijk waardoor ze de ‘verkeerde afslag’ nemen. Volgens onderzoekers zijn er diverse oorzaken mogelijk, variërend van het niet werken van hun sonar in ondiep water tot desoriëntatie door zonnevlekken. Of wellicht gewoon door domme pech. Vast staat dat strandingen al eeuwenlang gebeuren. Sinds 2018 ligt er in de haven van Harlingen een levensgrote potvis van kunststof, gestrand op zijn buik, elke zeven minuten te spuiten als een fontein. Gezien het bovenstaande verhaal volkomen onlogisch. En als deze moet herinneren aan de roemruchte walvisvaart ook nog eens uiterst misplaatst…

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication