” JE MOET MEE WILLEN DOEN. DE STEUN VANUIT DE OVERHEID IS BELANGRIJK. SOMS ZIT CONSUMENTENREGELGEVING IN DE WEG” LEEFBAAR LOON Een voorbeeld is het begrip leefbaar loon, het minimum dat iemand nodig heeft om veilig te leven, met toegang tot schoon water, onderwijs voor de kinderen, gezondheidszorg en verzekeringen. “Achter onze aanvoerketens uit lageloonlanden zitten kleine boeren en fabrieksarbeiders die ons van de producten voorzien die we eten of aan hebben. Die zitten over het algemeen op een derde tot de helft van het leefbaar loon,” vertelt Oorthuizen. “Het bedrijfsleven heeft zich lang verschuild achter het wettelijk minimumloon. Dat is behoorlijk aan het kantelen. Je kunt goed uitrekenen wat het leefbaar loon is binnen een bepaalde context. Het is een goed ontwikkelde methodiek. Jij en ik zouden er absoluut niet van kunnen leven.” “Het goede nieuws is dat de meerprijs voor de consument reuze meevalt,” vervolgt Oorthuizen. “Betaal je twee cent extra voor je chocoladereep, dan vertaalt zich dat in achthonderd dollar per ton meer voor de boer. Dat is ongeveer wat je nodig hebt voor een leefbaar loon in de cacaocontext. Met andere woorden, het is een organiseerprobleem. Het is niet écht een probleem. Wat maakt het ons uit als we twee cent meer kwijt zijn voor iets als chocola. En tóch lukt het ons maar niet om er met elkaar een oplossing voor te vinden.” Tony Chocolonely doet het en Albert Heijn gaat het doen voor z’n huismerk. “Daar ben ik heel blij mee.” Volgens Oorthuizen staan eerlijke ketens synoniem aan langdurige relaties. “Vroeger waren veel voedselmarkten zogenoemde spot markets, waarbij je koopt via tussenhandelaren. In twintig jaar tijd is in allerlei ketens een relatie aangegaan van boer tot afnemer. Niet alleen vanwege eerlijkheid, geen kinderarbeid in je cacao of chemicaliën in je bananen, maar ook omdat supermarkten vanwege voedselkwaliteit willen weten waar producten vandaan komen.” GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN Sinds het begin van de coronacrisis doen duurzame beleggingen het beter dan gewone beleggingen. “Bedrijven die goed scoren op duurzaamheidscriteria zijn doorgaans goed geleid en conservatief gefinancierd,” constateert Morningstar-analist Hortense Bioy tegen Reuters als een van de redenen. Oorthuizen denkt dat de langetermijnvisie medebepalend is. “‘Build back better’ is een gevleugelde leidraad waar mensen het over hebben. Beperk je je tot het klimaat, dan zie je dat de bedrijven die daar al mee bezig zijn niet afwijken van hun pad.” Als voorbeeld noemt hij de klimaatcommitment die Unilever middenin de coronacrisis naar buiten heeft gebracht. “In 2039 willen ze al hun producten CO2-neutraal produceren. Je hebt het dan over het één na grootste voedingsconcern ter wereld dat zijn verantwoordelijkheid pakt.” De stap zetten naar echte prijzen vraagt om gezamenlijke actie op sectoraal niveau, zoals bij eerlijke kleding, koffie, chocolade en bananen. Waarbij de ketenpartners, NGO’s en consumentenorganisaties de handen ineen slaan. “Je moet mee willen doen. De steun vanuit de overheid is belangrijk. Soms zit consumentenregelgeving in de weg.” Als voorbeelden noemt hij het blokkeren van de sluiting van vijf vervuilende kolencentrales door de ACM in 2013 en gezamenlijke afspraken in 2015 om de plofkip uit het winkelschap te verbannen. In beide gevallen met het argument dat dit tot ongewenste prijsstijgingen voor de consument zou leiden. Inmiddels waait er een andere wind en is er meer ruimte om op sectoraal niveau afspraken te maken. ACM heeft onlangs haar beleid aangepast. Bedrijven krijgen ruimte tot samenwerking en afspraken rondom het bereiken van klimaatdoelen, zoals vermindering van CO2-uitstoot, en verbeterde arbeidsvoorwaarden en dierenwelzijn. De hogere prijs moet wel in verhouding staan tot het doel. 26 &GO magazine
27 Online Touch Home