22

Door vragen te stellen wordt de coachee bewust van de patronen in zijn eigen systeem en krijgt daarmee inzicht.” “Wat mij altijd interesseert is: hoe kan het dat mensen doen zoals ze doen? En kan het ook anders? Dan speelt mee wat je meekreeg van thuis en wat je omgeving daar tot nu toe aan heeft toegevoegd, en hoe je daarmee omgaat. Ik coach werkgerelateerd, maar maak altijd een omweggetje naar privé. Je kunt werk en privé niet doorknippen. Een coach is geen therapeut, maar soms komt iemand met een vraag als: hoe komt het toch dat ik voor de zoveelste keer niet overweg kan met een leidinggevende? Je kunt dan analyseren wat de leidinggevende en de coachee nu doen, maar dan kun je er vergif op innemen dat hij in de volgende baan hetzelfde tegenkomt. Dan is het effectiever om te onderzoeken wat er voor patroon speelt.” Overtuigingen “Bij gedragsverandering loop je altijd aan tegen iemands vaardigheden maar ook iemands overtuigingen. En die zijn essentieel binnen coaching. Als iemand een diep ingesleten overtuiging heeft als: ik word niet gezien of gehoord, ik ben niet geschikt, ik mag geen succes hebben, is het heel lastig om daar van af te komen. Ik werk dan bijvoorbeeld met de logische niveaus van Dilts en Bateson. Als het op het niveau van gedrag niet goed loopt, dan kun je dat niet op dat niveau oplossen. Je zult een laagje dieper of hoger moeten. Welke overtuiging of vaardigheid ligt ten grondslag aan dat gedrag? Stel: iemand past zich altijd aan aan de ander. Nu moet deze persoon in zijn functie het voortouw nemen. Daar kan de overtuiging achter zitten: ik moet de ander een plezier doen. Een coachvraag zou zijn: wat gebeurt er als je de ander geen plezier doet? Welk risico loop je dan en hoe erg is dat?” “Ik leer nog altijd van mijn coachtrajecten. Ik hou in mijn vrije tijd van quilten, een ambacht, een handwerk. Coachen is dat ook, een fijn handwerk. Heel goed kijken en luisteren, wat past bij deze coachee? Welke kleur? Dat specifieke maatwerk boeit mij. Mensen komen met harde werkvragen en door de zachte route van coaching gaan ze milder de deur uit dan ze zijn binnengekomen.” “Ik had eens in een traject een docent van midden 50 die bij binnenkomst zei: ‘Ik moet nog 10 kerstpakketten en nu ook nog naar jou’. Dat vind ik mooi. Ik heet hem van harte welkom. Hij was boos en vond zijn werk niet leuk meer. Ik vroeg hem wat zijn grootste teleurstelling was. Hij had een jaar of 12 geleden een projectvoorstel geschreven in opdracht van de directeur en daar zijn hele ziel en zaligheid in gelegd. Dat voorstel was in een la beland en hij dacht ‘stik maar, ik doe hier nooit meer wat’. Dan komt het er op aan dat ik een vraag stel waardoor hij opent: hoeveel directeuren geleden is dat? Oh, 3! En waarom krijgt deze directeur dat allemaal op zijn brood van jou? Achter het cynisme zit een verlangen naar zingeving en serieus genomen worden. Dat hebben we verder uitgewerkt. En ja, hij werkt alweer een paar jaar met plezier en wil herinnerd worden als een bevlogen en betrokken docent.” Moed “Het motto van mijn bedrijf is: van hard en moet naar hart en moed. Die route heb ik zelf ook doorlopen. Ik was hard over wat ik moest kunnen en op welke manier

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication