7

Woorden doen ertoe De bijeenkomst ‘Met de coach aan tafel’ van 5 april jl. met het thema ‘Waarden voor een Nieuwe Taal’ riep veel reacties op. Een van de gasten was Mounir Samuel, die een document schreef over hoe je veilige, inclusieve en toegankelijke taal gebruikt. We vroegen coaches Iris Berger en Debora Smits wat hun ervaringen zijn met inclusieve taal in hun praktijk en wat zij meenemen van de taaladviezen van Mounir Samuel. Tekst: Sam Dekkers Coach Iris Berger had een duidelijk startpunt om inclusieve taal te gaan gebruiken. “Ik had een boek geschreven waarin de titel Indianentijd voorkwam (‘Plan flow, organiseer Indianentijd’, red.) Een goede vriendin van mij die schrijfster is zei: “Dat woord kan niet meer. Mensen lijken nog geen idee te hebben dat het I-woord, opgepikt tijdens een opleiding systemisch werk, kolonisatietaal is”. Ik schrok me kapot, ik vond het zo erg, dat ik me heb aangesloten bij een groep witte vrouwen die samen een cirkel vormen (de witte cirkel, red.) die onderzoek doen naar bewustwording van white supremacy (naar aanleiding van het boek van Layla F. Saad, zie kader Boeken). Heel confronterend, omdat ik merkte hoeveel werk we nog hebben te doen. Wat vooraf gaat aan het taalbesef is accepteren dat er heel veel ongemakkelijke gevoelens bijkomen van weerstand, angst, schaamte en dat de spanning in je lichaam onderdeel is van het proces. Precies wat Mounir Samuel ook opmerkte aan tafel.” “We moeten ons bewust zijn van de plek die we innemen en dat we vanuit een bepaalde plek spreken. We moeten elkaar op die ongeriefelijke plek durven zetten waar het spannend voelt en waar de schaamte en weerstand zit. In die witte cirkel zoek je bewust die schaamte op, je gaat het daar over hebben. Ik ben nu mijn boek aan het herschrijven met nieuwe woorden, nieuwe taal. Het voelt heel naar als je net een boek hebt uitgegeven iemand daarover zegt: je gebruikt kolonisatietaal. Dat wil je niet, dat was nooit mijn bedoeling.” Bereid om het ongemak te voelen “Ik ben bereid geworden om hiermee aan de slag te gaan omdat ik besefte: ik moet me aan laten spreken hierop. Omdat het in mijn kernwaarde ligt dat we gelijkwaardig met elkaar omgaan. Door de boeken te lezen (zie kader) begreep ik hoe het voelt om er niet bij te horen. Ik vind het belangrijk dat iedereen embedding heeft, ik wil daarin bijdragen vanuit mijn positie. Daarin leer ik nog steeds. Ik zei laatst tegen een vrouw van kleur: je gaat toch niet als een slaaf achter dingen aanlopen…, waarmee ik bedoelde: ‘je gaat toch niet met een afwachtende en afhankelijke houding achter bepaalde mensen aanlopen’, maar ik nam dat woord in de mond zonder er over na te denken, uit automatisme. Daarmee zeg ik, door dat ene woord in die context te gebruiken, 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication