38

MAX Als de eiken door de storm suizen, de gaai krast en de uil zweeft. AGATHE Ik ben zo bang: blijf en ga niet zo snel weg. ÄNNCHEN Ze is zo bang: blijf en ga niet zo snel weg. MAX Mag er in het hart van een jager angst zijn? De maan straalt nog helder maar snel zal zij haar glans verliezen. ÄNNCHEN Ga je de hemel observeren? Dat zou nu niets voor mij zijn. AGATHE Doet mijn angst je niets MAX Mij roepen woord en plicht. SAMEN Vaarwel… MAX Ben je je verdenkingen nu vergeten? AGATHE Mijn hart voelt niets behalve beven. Neem mijn waarschuwing ter harte. ÄNNCHEN Zo is het jagersleven, nooit eens rust, Niet overdag, niet ‘s-nachts. AGATHE Wee mij, ik moet je laten gaan. Dank aan Agathe’s woord! MAX De maan zal snel verbleken. Mijn noodlot scheurt me hier vandaan. SAMIEL Wat wil hij? KASPAR Vrijkogels zijn het, waarop zijn hoop gevestigd is. Zes raken, zeven bedriegen. De zevende is voor jou! Verleng mijn termijn nog een keer: ik breng je verse buit. SAMIEL Zo zij het. Morgen hij of jij. KASPAR Prima bediend. Maar waar blijft Max? Zou hij zijn woord breken? ÄNNCHEN Kom, lieverd, kop op. Denk aan Agathe’s woord. 21:10 - IN DE WOLFSKLOOF ONZICHTBAREN De melk van de maan viel op het gras. Uhui! Het spinnenweb is met bloed bedauwd. Uhui! Nog voor de avond schemert… Uhui! … is ze dood, de lieve bruid. Uhui! Nog voor de nacht valt is het offer gebracht. Uhui! KASPAR Samiel! Samiel! Verschijn! Bij de schedel van de tovenaar! Samiel, verschijn! SAMIEL Wat? KASPAR Mijn termijn is bijna afgelopen… SAMIEL Morgen. KASPAR Ik breng je een nieuw slachtoffer. 38 DER FREISCHÜTZ VON WEBER

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication